14. okt, 2013

Met je voeten filosoferen

 

Je bent net terug van de warmte. Het verschil is maar 20 graden. Niets aan de hand. De frisse wind kan de fantasie stimuleren en activeren. Wat moet je met die warmte van daar? Je kunt toch niets met die dorre aarde, de rotsen die de weg sperren naar de zee. Ik heb je zo vaak gewaarschuwd niet met je blote voeten op de rotsen te gaan lopen. De rotsen zijn of glad of scherp, als een spijkerbed. Ik heb je gewaarschuwd niet in het zand en de zee te gaan maar je luistert niet. Je bent koppig, een eigenwijze wezen dat van zich vol is. Een wezen die geen rekening ermee houdt dat zijn voeten kunnen branden.
Waarom loop je niet op je blote voeten hier, in Amsterdam. Loop in de plassen, voel de koude grond. De grond die je voeten wil houden en zich ermee opwarmen. Heb je niet gehoord van die filosofe die met blote voeten, als een holbewoner, 100 dagen in Amsterdam wandelde. Ze wilde het oeroude gevoel proeven, met haar voeten. Ze wilde de kracht van de aarde voelen. Ze is een filosofe die met haar voeten voelt en denkt. De voeten zijn de bron van gevoelens, de bron van het denken en vooruitgang. Daarom hebben haar voeten haar geadviseerd: ‘Begin maar in juni, in de zomer’ en ze knipoogden naar haar. Ze luisterde. Je bent benieuwd naar haar ervaringen. Je ben nieuwsgierig of zij de honderddagen vol heeft gehouden. En zo ja hoe denken haar voeten nu? Doorgaan, de mars doorzetten of stoppen. Een vrouw en filosoof kan niet functioneren als de voeten beschadig zijn. Beschadigde voeten kunnen niet denken. 
De ene filosofeert met haar voeten, de ander scoort ermee. Al die voetballers kunnen niet zonder hun voeten denken en geld verdienen. De voetballers worden door het werk van hun voeten eerder volwassen dan gewone mensen. Je hebt ook grote bewondering voor de voeten die op hoge hakken lopen. De voeten vormen de karakters van de mensen. De voeten zijn de visitekaartjes van mensen. De voeten kunnen mensen redden waar de schoenen hen in gevaar brengen. Dat heb je meegemaakt. Weet je nog in de bergen, lang geleden. Je was op de vlucht. Jullie moesten een berg beklimmen en een gladde rots trachtte jullie te saboteren. En je mooie schoenen waren niet gemaakt voor de bergen. De rots lachte de schoenen uit en je schoenen raakten verlegen, glad van emoties. Die schoenen hadden je val konden betekenen, je dood. En wie had je uiteindelijk gered? Ja, de blote voeten. De tenen werden vingers en klampten zich aan de kleine grijpen in de rots en je klom. Je was ineens een holbewoner…
En vandaag wandelde je weer door Amsterdam. Je dacht elke keer zou misschien de laatste keer zijn en je wilde met blote voeten lopen. Maar je voeten waren wijzer dan jezelf. Ze zeiden: nee, niet doen. Je hebt geen behoefte te voelen hoe een holbewoner heeft geleefd. Je vroeg je af of de holbewoners echt zonder schoenen liepen. Je weet dat de mens toen al een jager was en een jager gebruikte zijn prooien niet alleen om de maag te vullen maar als kledingstukken en schoenen.
Hopelijk kletst je niet uit je nek. Mocht het zo zijn dan weet je hoe dat komt…