15. mrt, 2014

De Dominee en Els Borst

Dat nu, in de tweede decennia van de eenentwintigste eeuw, een Dominee durft te zeggen dat Els Borst de engel des doos was, met andere woorden, dat ze een terechte doodstraf heeft gekregen is niet meer dan een teken dat de religie nog steeds haar duistere figuren heeft. Wat Els Borst heeft gedaan is niet de rol van God op zich nemen maar mensen van hun onnodige lijd bevrijden door het recht te mogen hebben, wanneer het leven echt onverdraaglijk is, dat te beëindigen. Het is menselijk en als je het wilt het is goddelijk want ik geloof niet dat god wil dat zijn onderdanen onnodig lijden terwijl er een oplossing voor bestaat. En die oplossing heeft Els gecreëerd. Dat zij dan, als een bejaarde vrouw, door een duistere figuur op een laffe wijze op het leven is gebracht is niet te begrijpen. Dat nu de dominee die daad legitimeert zegt heel veel over hem als de vertegenwoordiger van god op aarde.

Eenentwintig eeuwen lang heeft de mens, de Europese mens, na het ontdekken van hoe de wereld in elkaar zit, dat de aarde slechts een korrel zand is in het heelal, blijft deze dominee als de religieuze Europese man zich nog steeds begeven en geloven in de duistere kant, de kant van angst voor het onvoorziene. Dat in het Midden-oosten extremistische moslims mensen doden omdat die tot een andere islamitische stroming behoren kunnen we refereren naar de achterlijkheid van zijn ontwikkeling. Maar een dominee, een man die in het hartje van Europa geboren en getogen is en alle mogelijkheden heeft gehad zich te ontwikkelen laat zijn masker vallen. Misschien beter gezegd kon zijn masker niet meer vasthouden en door de mand is gevallen. 
Ik geloof niet dat alle dominees en andere geestelijken net zo denken. Ik wil ook niet dat de andere geestelijken zich openlijk distantieren van de uitspraken van de dominee maar zijn daad als opzichzelfstaand geval beschouwen. De man moet eigenlijk verhoord woorden en antwoorden geven over het waarom? Wie weet knaagt er iets aan zijn geweten, geweten die ergens in een kleine cel van zijn hart ligt. Misschien bekend hij, al dan niet, zijn betrokkenheid. In ieder geval de dominee heeft iets gezegd dat het niet zo maar er aan voor mij moet gegaan worden.