2. dec, 2014

Hoe herdenk je de dood van je vader?

Hoe herdenk je de dood van je vader, van veertigjaar? Alles wat ik over zijn dood weet, wat in mijn hersenen gegrift is, heb ik van mijn kleine broertje gehoord. Mijn enige volbloed broertje dat sinds tweeëndertig jaar vermist is. Hij ligt al die tijd waarschijnlijk in een massagraf, ergens tussen Iran en Irak. Over zijn dood kan niemand me vertellen. Van de moordaanslag op mijn vader blijft de kogel die zijn achterhoofd raakte en uit zijn voorhoofd kwam blijft in slow-motion terugkomen, zich steeds herhalen. En de tocht daarna door het besneeuwde gebergte, in de nacht. De tocht van een gewonde viertienjarige kind dat het lijk van zijn vader naar huis moest brengen. Gelukkig had hij het paard van de vader bij zich. Het paard dat het lijk droeg en huilde omdat het de laatste keer was. Ja, paarden huilen ook.

Ik heb vanmorgen vroeg het portret van beide heren begroet en zei tegen pa of hij het naar zijn zin heeft. Of er maagden daar boven zijn. Hij antwoordde met een stilte, de eeuwig durende stille blik in zijn ogen. Ik meen dat ik even, in zijn ogen, cynisme zag flitsen. 

- Wil je misschien een kopje thee of zal ik vanavond een paar kaarsen branden en samen met je een glas rode wijn drinken? 

Ik zag zijn scherpe adamsappel even fluctueren en ik kreeg het gevoel dat hij watertanden kreeg. De foto die op de buffettafel, in de woonkamer staat, kwam tot leven. In de foto zit vader tussen mij en mijn broertje. Op de foto die in Bagdad was opgenomen is vader 40, ik ben twaalfjaar oud en mijn broertje is zeven. Dit is ook de enige foto die ik heb van onze drieën. Ik weet dat ik nog een foto met ze had opgenomen, ook in Bagdad. De foto hadden we opgenomen in september 1973, bij het beroemde bevrijdingsmonument midden in het centrum van Bagdad. Op die foto stond ik tussen beide met mijn armen op hun schouders. Ik was begonnen aan het tweede jaar van mijn studie theater en ze kwamen me bezoeken. Die foto is verloren gegaan, net als bijna alle andere foto's, als gevolg van mijn vlucht.

Nee, ik ga niets herdenken. Ik ga een lekkere wandeling wagen in de kou. Mijn gedachten zullen terugkeren naar die koude verlaten en donkere nacht waarin mijn broertje het lijk van vader op het paard had gelegd en de armen van vader loshingen alsof ze trachten sneeuwballen te maken en gooien. Ik zal aan mijn broertje denken die constant met het lijk van vader praatte en nog niet besefte dat vader hem niet hoorde, dat vader dood was.

Als we in onze gedachten kunnen leven dan zien we onze verdwenen geliefden, levend. We aaien ze, omhelzen ze, praten met ze en letten niet op menen zijn die dat lachwekkend vinden.