5. jan, 2015

'Kanker krijgen' is een botte pech...

Na het passeren van het eerste verkeerslicht vliegen twee zwarte raven bijna tegen de voorruit  van mijn auto aan. Een andere raaf vliegt de andere kant op. Op de grond liggen twee kadavers van twee konijnen. Ik mijd ze op het nippertje. Even verder bij de bocht naar de grote weg ligt weer een kadaver, weer van een konijn. Er zijn twee raven die proberen de auto's te mijden en stukjes van het nog verse vlees op te vissen met hun scherpe snavels. Ondanks het feit dat ik niet (bij)gelovig ben zeg ik  'o,o, als het maar verder goed gaat.'

Op A10 rijd ik zonder probleem maar let wel op de weg en hoop dat ik geen kadavers meer zou treffen. Na de zeeburg tunnel sta ik even vast, met nog honderden andere automobilisten die waarschijnlijk het niet fijn vinden om op de eerste werkdag stil te staan. Stilstaan in de file is beter dan als een kadaver op de autoweg te eindigen. Ik oefen geduld uit en tracht me te overtuigen dat ik geen haast heb en hoef me niet te haasten. Even verder lees ik op het elektronische informatiebord dat er een ernstig ongeluk is gebeurd en wordt aangeraden A1 en dan A9 te nemen. Naar Utrecht neem ik bijna altijd A1 en dan A27. In de verte tracht de zon op te komen. Een gevecht met de wolken levert mooie beelden op. Mijn iPhone trilt in mijn jaszak. Ik weet dat er geen bericht of inkomend gesprek is. Mijn iPhone wil fotograferen. Ik haal hem uit mijn jaszak en hij is gelukkig bij het zien van de zon en de wolken. Hij flitst een paar keer.

In het gebouw waar ik een afspraak heb is een feest. Oliebollen met thee en koffie. Ik neem een kopje thee en laat de oliebollen staan. De wensen voor het nieuwe jaar worden herhaald als een doorgedraaide plaat. Geen originele wensen. Geen originele gesprekken. Er vallen meer stiltes, dat valt me op. Als ik aan een collega naar een afwezige collega informeer vertelt hij dat het met die collega die afwezig is niet zo best gaat. Ik wil de status van 'niet zo best' willen weten. Het antwoord is koud, hard en vlijmscherp: 'de kanker is uitgezaaid, heeft zijn lever bereikt en misschien ook de longen.' 

Het kopje thee en ik kijken elkaar aan en besluiten om elkaar met rust te laten. Het geroezemoes die men kent uit de nieuwjaar-borrels en in dit geval nieuwjaar-oliebollen wordt gedempt. Het lijkt of ik over het geroezemoes het geluid van waterval krijg te horen. Mijn oren zijn in de war. Ik draai me om en zie wazig, zeer onscherp. Ik geloof niet dat ik ineens slechtziende word. 

De ernstig zieke collega is jonger dan ik, bijna tien jaar jonger. Kanker kent geen leeftijden. Kanker is selectief. Kanker is meedogenloos. 'Kanker krijgen' is een botte pech...