6. aug, 2015

Na de laatste dolk in de rug van Koerdistan!

Met mijn ziel onder de arm
loop ik de straten
in en uit
soms kom ik uit
op een plein waar terrassen staan
ik loop verder
de vier seizoenen gaan voorbij
ik blijf lopen
mijn droge mond smeekt om vocht
een tafel half in de zon
wenkt naar een stoel
deze lacht me toe
ik zit en leg mijn ziel op de stoel
naast me, de rest is leeg
schimmen, ik zien wazig
ik twijfel of het aan mijn ogen ligt
mijn ziel draait zich om
hij doet de ogen dicht en valt
in een diepe slaap snurkt
hij
mijn verstand schaamt zich
hij vraagt verbijsterd of hij
in de andere stoel mag
ik haal de schouders op
mijn ziel- en verstandeloos lichaam
wenst een drank
ik bestel water, kleurloos blauw
het nutteloze gepraat om me heen
het chaotische verkeer
de duiven die om kruimels vechten
alles probeert in mijn lichaam te gaan
ik kokhals
mijn ziel ijlt in de stoel aan mijn rechterzijde
mijn verstand wandelt in zijn slaap
in gedachten maar blijft in zijn stoel zitten
het water valt door mijn slokdarm
raakt meteen gedroogd
mijn ingewanden zijn een woestijn
met een oceaan van zand
vies zand
een toerist maakt een foto van ons
als ik naar de foto kijk
zie ik een dode man
de ledematen op de grond
ik sta op en loop
mijn ziel en verstand blijven
onbewogen in de stoelen achter
op het terras
op het plein in de chaotische stad

Het licht gaat als een bliksem uit
alles is duisternis
alles sterft zonder ijlen
zonder klagen...