4. mrt, 2016

Proost...

Sommige herinneringen kan je niet vergeten. Sommige data blijven je achtervolgen, in positieve maar ook in negatieve zin. Zoals je geboorte datum belangrijk is zijn sommige data net zo belangrijk, misschien nog belangrijker omdat jezelf mee te maken heeft.
Het is 4 maart 1981. Op die woensdagochtend pak ik mijn kleine koffer in (eigenlijk een handtas), ik kijk voor de laatste keer naar de hotelkamer waar ik de afgelopen weken verbleef. De koude nachten blijven aan de muren van de kamers hangen en draaien zich om. Ze schamen zich dat ze me niet de warmte hebben gegeven die ik nodig had. Ik doe de deur achter me dicht. Buiten wachten drie vrienden op me. Ze begeleiden me naar het vliegveld van Damascus. Onderweg zijn we stil. Ik ben blij van binnen. Ik weet dat ik een nieuw leven gaan beginnen, ergens in een land dat ik niet ken. In mijn jaszak is een vliegticket, een enkeltje Damascus-Amsterdam met een tussen stop in München.
Vóór ik naar de incheckbalie ga schud ik de handen van de drie "vrienden" die sip kijken en zeg:'kop op, binnenkort zijn jullie aan de buurt. Tot die tijd geniet van de schoonheid van de Syrische vrouwen.' Ze lachen schichtig.
In München moet ik lang wachten, uren lang. En ik moet door de paspoortcontrole. In heb een Iraakse paspoort en geen visum, niet voor Nederland maar ook niet voor Duitsland. De Palestijnse man die voor mij is wordt grondig gecontroleerd. Ik mocht passeren zonder paspoort te laten zien, laats staan een visum. Blijkbaar heb ik een betrouwbaar gezicht.
Is het in mijn voordeel geweest dat men toen niet naar mijn paspoort vroeg? Als ze dat gedaan hadden moest ik dan asiel in Duitsland vragen. Na jaren vroeg ik me af of het niet beter was als ik Duitsland was gebleven. Je weet het maar nooit.
In het KLM toestel zitten lange mannen, opvallend lang en ze lijken zakenmannen te zijn. Of dat ook zo is weet ik niet.
Op Schiphol loop ik naar het kantoor van KMAR en daar vraag ik asiel aan. Ik wordt door een politieauto meegenomen naar een politiebureau in Hoofddorp. Daar moet ik alles afstaan. In een cel staan twee eenpersoonsbedden. Voor het eerst van mijn leven slaap ik in papieren lakens. De Nederlandse cel is aanzienlijk anders dan de Iraanse cel waarin ik een paar maanden eerder een paar nachten had doorgebracht, samen met een leger luizen.
Nu, na 35 jaar is Syrië honderd jaar achteruit gegaan en het merendeel van de bevolking is op de vlucht. Het land Irak waaruit ik toen vluchtte is nu nog steeds een van grootste leveranciers van vluchteling. Iran dat jaren met Irak concurreerde om vluchtelingen te leveren heeft sinds kort een soort genade gekregen.
Of er ooit een einde komt aan de (staat) terreur in het Midden-Oosten is niet te voorspellen. Turkije is nu hard bezig op weg naar een burgeroorlog, met alle consequenties van dien.
Proost op 35 jaar Nederland...