25. feb, 2017

Tegenaan....

Dood hier. Dood daar. Dood overal.
Dat rijmt. Soms denk je iets, spontaan. Het blijkt dat je niet de enige bent die dat gedachte heeft of door die gedachten overvallen is. Je, je ontdekt dat er anderen zijn die zelfs boeken daarover schreven. Dat bleek de volgende ochtend al.
Dus vanmorgen vroeg toen ik de krant opende. Ja, gisteravond dacht ik zomaar aan 'stel dat ik ineens ongeneselijk ziek ben, dat ik te horen krijg dat ik kanker of iets anders heb waardoor ik terminaal word wat zou ik dan doen?' De gedachte heeft me bijna de hele avond tot aan mijn slaap beziggehouden. Dat had ik niet moeten doen. Uiteindelijk moest ik me even afleiden door iets te monteren. Creativiteit is de besefte remedie tegen (zwartgallige) gedachten en doodt de passiviteit die je antipathie, hoofdpijn en van al dat shit inspuit.
In de ochtend, na heerlijk acht uur lang slapen, lees ik de krant: 'De Amerikaanse Katie Roiphe portretteert in 'Het uur van het violet" zes schrijvers en kunstenaars in hun laatste maanden. Hoe iemand handelt als zijn laatste uur geslagen heeft'. Het onderwerp interesseerde Katie Roiphe omdat ze zelf op haar twaalfde levensjaar doodziek werd.
Ik werd ook op mijn vijftiende doodziek maar schreef nog geen boek (wel een kortverhaal) over dat onderwerp. Het verschil moet er zijn. Ze doet het beter. Maar misschien komt dat wel. Want het idee was begonnen, een avond vóór ik over haar las. Er is dus nog hoop voor me.
Ik heb dus in het verleden gevochten tegen de dood, de dood die in mijn longen groeide. Ik heb hem via behandelingen wel eruit gekregen. Behandelingen waarvan ik dertig jaar later steeds last van had. Zeven maanden lang kreeg ik toen, elke dag, een injectie in een van mijn billen. Mijn billen konden blijkbaar de injecties en de medicijnen niet verwerken, werden gekalkt en deden pijn. Mijn maag werd ook gevoelig door het slikken van grote tabletten die net zo groot waren als mijn duim.
Mocht ik nu, en dat kan iedereen overkomen, te horen krijg dat een infiltrant in mijn lichaam gekropen die de dood zaait zal ik zeggen:' ga je gang, doe maar zo snel als mogelijk, het lukt je toch niet.' En ik wil, beslist, niet in behandeling. Ik heb geen zin in al dat gif dat die schurk van die groeiende infiltrant zou gaan remmen. Mijn lichaam moet mans genoeg zijn om zich te verdedigen, tot de dood volgt.
De beste remedie, voor welke (geestelijke en lichamelijke) ziekte is: blijf creatief, word een schepper. Schrijf, creëer kunst, zing, dans en wandel maar niet passief op je reit blijven zitten of liggen. 

Laat de dood je niet manipuleren en kisten...