12. mrt, 2018

Fuck-dementie-wandeling

‘Je geheugen verbergen zich in een doolhof en willen een spelletje met je spelen.’ Dat bedenk ik tijdens mijn vroege ochtendwandeling die ik soms ‘fuck-dementie-wandeling’ noem maar soms ‘in-beweging-blijven-oude’. Tijdens de wandeling herinner me opeens de naam van een kennis, journalist en uitgever. Ik ken de man al decennia lang. Hij heeft me voor de radio en zijn tijdschrift geïnterviewd en publiceerde enkele interview en artikels van me. Hij is altijd geïnteresseerd in het Midden-Oosten en zeker in Irak en de Koerdische problematiek. Sinds twee jaar heb ik hem niet gezien. In die tijd kreeg ik regelmatig uitnodigingen als hij boeken had gepubliceerd maar ik was niet in de gelegenheid om op in te gaan. 

Laat ik maar, voordat ik zelf in een doolhof verdwaal, schrijven hoe ik hem tegenkwam. 

Het is zondag, via een Facebookactiviteitenbericht zie ik dat een Midden-Oosten middag in de hallen van Amsterdam worden gehouden. Een reclame filmpje moedigt me extra aan om naar live muziek en zang te gaan luisteren. Nostalgie moet je beter niet negeren anders krijg je melancholie gedwongen erbij. Ik stap in de auto en rij naar west. De tientallen lichten van de verkeerslichten springen op rood als ik aankom. Ik blijf relaxed en kalm. Als ik de ingang van de hallen betreed zie ik een paar mensen. Een boekenkraam staat naast een geïmproviseerd podium. De mannen zijn in de weer om hun instrumenten aan elektra draden te koppelen. Een paar houtbakjes staan tegenover het podiumpje waarop een paar mensen, de meeste op leeftijd, zitten. Ik wandel in de eetcafés naast de grote ingang van de hallen. Het is erg druk en de verschillende etensgeuren vechten om toegang tot mijn neusgaten. Ik wandel door alles in de hallen en ga uiteindelijk op een bankje zitten wachten op het optreden van de artiesten. Drie Syrische mannen dragen mode spijkerbroeken, die rond die knieën verscheurd zijn, gaan zitten. Twee met muziekinstrumenten en de man die in het midden gaat zitten spreekt het publiek over de liederen die hij gaat zingen. Ik denk terug aan de jaren tachtig toen ik jaar in jaar uit met mijn (solo) voorstellingen door het land reisde. 

Na drie tamme liedjes besluiten de Syriërs iets beters te gaan doen en verlaten het podiumpje. Ik sta op en wil elders een broodje gaan eten. Als ik het boekenkraampje passeer roept iemand mijn naam. Ik kijk en zie de man die ik ken maar zijn naam, tevens de naam van zijn uitgeverij, die op al die boeken staat verbergt zich. De bekende gesprekken die je voert als je iemand heel lang niet gezien hebt pingpongen over de boeken heen. In een paar minuten geven we elkaar ons levensgeschiedenis van afgelopen decennia. We praten over alles behalve over het weer. In al die tijd wil ik zijn naam herinneren. Het lukt niet. Onderweg, naar mijn auto, kom ik dicht bij zijn naam maar dat is voor de helft niet juist. Die naam hoort bij de Nederlandse correspondentie in Indonesië. Ik besluit te blijven lopen, wandelen. Na een lange wandeling waar andere gedachten bijkomen besluit ik zijn naam te vergeten, althans de pogingen om zijn naam te herinneren te staken. In de auto luister ik naar voetballen. In de avond ga ik naar een restaurant om kebab te eten. Daar kom ik een Koerdische man tegen die daar werkt en die ik ook al jaren ken. Hij is een vriend van mijn oudste zoon. Zijn voornaam vlucht en gaat naast de voornaam van de uitgever en beide namen houden zich stil en verborgen in een donkere doolhof, van mijn gedachten.

Gelukkig slaap ik diep, zonder dromen. Als ik wakker word gaat het lichaam wandelen en laat de hersens uit. Bij het uitlaten van de hersens worden vele gedachten actief. Je beseft opnieuw dat je geboren bent om te vergeten tot de dood erop volgt. En de namen van de twee voornamen van beide heren keren terug, zomaar in eens. 

Nu weet ik dat ‘fuck-dementie-wandeling’ reanimeert bepaalde cellen.

Sorry Jürgen, sorry Rudy....