Woestijn

Je zegt dat er verdriet

van mijn gelaat uitspat

in je ogen vlucht de pijn

maar krijgt een tekkel 

het verwijt was in de war

en liet hem struikelen 

ja, ik kan het niet verbergen

om je een idee te geven 

denk aan iemand 

die naar de galg wordt gebracht

iemand die in een trein gepropt naar een concentratiekamp 

waar de gaskamers zacht sussen

met open armen

of denk aan de massa 

die in paniek vlucht

geen berg treft maar een open woestijn 

met de beulen op de hielen

De pijn in mijn ziel

is een woestijn die ongewild 

de gepropte treinpassagiers, 

de gevluchte massa 

en alles wat richting de dood moet, ontvangt

ja, ik ben die woestijn

die tracht zich als een

oase voor te doen

dat is vals

maar als ik de enige ben

mag de woestijn in brand staan...

De As van het mysterie...

Welke kant moet ik opkijken

wie moet ik geloven

in een tijd waar de haat dicteert

de oorlog in de handen van het geweld

schittert

als een blind mes dat hoofden snelt

niet snel want de pijn moet er zij

pijn moet concurreren met vernedering 

in de laatste minuten van het bestaan

en we vechten om iets

iets dat we niet kunnen definiëren 

wetende of niet wetende dat de verschillen 

anders opgelost kunnen worden

maar we kiezen voor een sobere weg

met rode en zwarte kleuren die bleek eindigen

de weg van conflicten

de mens is een raar wezen

die de hel op aarde sticht

en denkt dat het paradijs 

in de hemel ligt

maar de hemel weet van niets

de hemel is een grote gat

waarin de planeten 

om hun as draaien

de as van het mysterie...

 

De tijd

De tijd, de tijd, ja ja de tijd

die bestaat niet buiten de ruimte 

niet buiten de materie

Hij is de ultieme, de almachtige 

de meedogenloze, de barbaarse en 

de allerliefste geliefde

de barmhartige bedrieger

de link tussen goed en kwaad

tussen god en de duivel

de tijd maakt wonden

soms dieper dan het bestaat

de tijd heelt de wonden

soms niet helemaal

De tijd, ja ja de tijd

de tijd is geboorte

de tijd is dood

en hiermee zou ik alles gezegd

hebben 

maar het is NU

en NU blijft eeuwig zichzelf

het moment dat nooit terugkeert

hij is overal bezig

en vooral tegelijk

De tijd, ja ja de tijd is

een klein wonder...

Hond houdt me aan de lijn

Zondagochtend ligt
langs het kanaal stil 
de begraafplaats te wiegen
de raven zingen monotoon
de meeuwen krijsen terug
de hond strekt zijn voorpoten
vast op de grond
wandelen is niet zijn ding 
niet als de wolken zwaar voelen
op zondagochtend 
 
In de verte komt een
vrouw hardlopen 
de druppels vallen
op haar wangen net onder
haar ogen gericht op het niets 
waar de leegte
door gedachten vol schiet
en ik loop maar rond
de ene voet wil verder
de andere wil terug
een zucht schiet uit
de bocht
als hij valt zie ik
de heimwee op de grond
kruipen 
als een baby 
die niet praten wil
niet huilen wil, maar krijsen 
als een raaf
 
als ik alles in mijn geheugen
opsla 
danst de regen harder
op de gladde zachte rug
van het kanaal dat water
in haar armen houdt,
zich langer maakt om te zien
of de druppels alleen op de wangen 
van de hollende vrouw 
langs het kanaal
 
de hond houdt me
aan de lijn
en sleept me terug...

Gehoor

Gehoor
 
Geluiden zijn piraten
bruten van nature
rovers van alle soorten
onnavolgbaar en hard
de doofheid is de remedie
bestrijders van geluidpiraterij 
die soms op de bodem
van een oceaan signalen 
zendt in de zwarte dikte
waar geen mens bij kan
 
Geluiden zijn brute
Piraten met toeters 
en bellen om het even
draag je oorbescherming 
over aan de doofheid
van je hart
daar kan geen geluid
er heen of doorheen 
muziek helemaal niet 
Je hart is de geluidpiraterij 
en de doofheid in één
 
Ik sta stil van je 
eigenschappen die niet
in het gehoor vallen
 
wel in het gelaat...

Bijster

Ik heb besloten,

in elk besluit
ligt een wil bloot,

je masker te zien

als een masker
niet meer en niet minder
alleen ik kan niet kiezen
welk masker is het
welk moet ik zien
ik verdwaal in een garderobe
een kelder vol
eindelijk kan ik niet
kiezen is een radsel
en dat vind jij weer
dat ik naïef ben
geen keuzes kan maken
en het eerste masker
zou het echte zijn
 
Wie volgt nog de spoor 
wat is bijster? 

Gedachten

Loze gedachten trachten 
mij in de grip te krijgen
grijpen proberen ze
glijden uit hun grip
tracht ik
het is kat en muis spel
loze gedacht
vluchten soms
ik jaag ze
ik pak ze
ik verberg ze
onder mijn zolen
smeken ze om genade
Met loze gedachten
heb geen genade
sla de vraag die geboren 
wil worden, neer

Blijf zonder gevoel
dan blijf je zonder
schuld
die twee blijven
gescheiden

Anti Illusie

Het gefluister lijst ik uit

je ademt de woorden

elke rottend woord

uit,

de stemmen vluchten

van je stem en breken

de lijst

voor ik bij kan komen

in jouw stem zal

je geweten die overigens niet

bestaan 

gewetenloosheid vervangen 

uit mijn handen glippen 

die alle het moois wilden je geven

wat ik ooit zei of

zou willen zeggen

het is een illusie,

van je houden kan niet

mag niet

je bent je gefluister niet

edoch besta je daar uit

geen lijst houd je in

geen lijst kan je bevatten

zeker wat je tegen mij

zegt is niet terecht

maar je gewetenloosheid 

permitteert zich alles

behalve als je durft 

in de spiegel te kijken,

als je kijkt

sluit je de ogen…

Stoer

Stoer...*

Ja, u wilt het niet zeggen!
wat u denkt blijft geheim
in uw hoofd opgesloten
aan uw ogen lees ik
gedachten en emoties
die in mijn ogen niet
terecht zijn
en mijn ogen fluctueren
mysterie en zien
raar uit, zou u zeggen
de vorm van mijn gelaat
komt niet door zandstormen
van Mongolia
want ik ben geen Mongool
mijn neus is anders
dan wat voor u normaal is
en wat is normaal
geen enkel neus lijkt
op de andere
kijkt u maar om u heen

Ja, ik begrijp niet alles
met één gebaar of één woord
maar wie wel
misschien vindt u me
apart, bijzonder en grappig
dat zegt u wel
niet alles wat we zeggen
menen we
en niet alles wat we menen
zeggen we
ik heb geen schuld
aan mijn uiterlijk
ook niet aan mijn
verstand, dat taai is
dat moeilijk leert
als ik ADHD heb
of niet
mijn ouders houden
van me
of ze zich voor me schamen
vind ik niet terecht

u bent intelligent
u mag zeggen of
ik gelijk heb
of niet
Een ding is zeker
alle dictatoren en makers
van massavernietiging elementen
leerden snel
ik niet
ik zal nooit een vlieg
kwaad doen
of toch wel
ik ben maar ook een mens

over mensen gesproken
ze houden van gebouwen
en dit gebouw is zo tof
ik ben blij dat ik
moeilijk leer
dan blijf ik langer hier,

Slim hè...
* Dit gedicht is gemaakt voor de opening van de Helderingschool voor zeer moeilijk lerende kinderen. Geschreven vanuit de optiek van een scholier daar.
www.ibrahimselman.nl

Voorbij goed en kwaad

Voorbij goed en kwaad

Als de lucht leeg lijkt
de velden firiel 
en je ogen met kleuren 
bezet
hoeft niet de waarheid te zijn 
ze zijn zo als we willen ze 
te zijn in ons hoofd

aan een idee of ideaal
heb je je gebonden
laat je organen spreken
laat ze kiezen wat ze willen
de geest, altijd die geest
stuurt, remt en geeft 
vol gas kan leiden tot 
explosies in je 
binnenin je zijn velden
zwart als de teer
niet teder heet ruw
en de ruwheid spreekt
jou met zonnebril aan
laten we alles varen
voor wat het is
wat het kan zijn

de idealen zijn illusies
niet bestaan behalve
in onze dromen
die wakker schrikken 
en zien alles
voorbij goed en kwaad

Februari

Februari

Kort maar krachtig
de kortste van de twaalf
broers en zussen
in Amsterdam begon je ontspannen
in Sotsji competitief
in Oekraïne explosief
in Genève kondigde je het einde aan
de onderhandelingen vielen dood
de burgeroorlog gaat in Syrië door

In Noord namen we afscheid
Rob verlaat zijn Post
ik hoopte op witte dagen
sneeuw op de daken
bomen gekleed als bruiden
maar de hemel had griep
hij nieste alleen
motregen viel als kussen
zacht als vogelveren

Straks als je voorbijgaat
kondig ik mijn afscheid
aan
dan is de cirkel,
rond...

Dit gedicht komt in een serie gedichten die ik samen schrijf met een collega dichteres

De steen is de zoon van de rots

 
Blijf maar daar boren
in je ziel
de steen is de zoon van de rots
en jij bent de moeder
je blindheid is doof
geen stem komt binnen
geen geluid kan stiltes stelen
uit je schoot is vuur te bespeuren 
in je hart ligt het noordpool
het smelten is een leugen
 
Blijf waar je bent
blijft waar je wilt zijn
ik trek mijn sloffen aan
vertrek richting het noorden
of ik ooit de pool daar bereik
is niet de vraag
de vraag is wanneer
komt een schot
een geluid dat het ijs breekt
en jou zicht geeft
 
Kijk in de spiegel...

 

Nachtelijke hel

De frisse lucht 
zou het werk doen
de wandeling zou helpen
de zware rottende berg wegwerken
de berg die smeulde 
en je dacht een glas water
kan blussen
 
De berg rotte verder
groeide verder
in je ingewanden 
je raakte in extase
kou en hitte vochten in je
oorlogsdrums voerden ritmes op
en je trilde
en je beefde 
en de rotte berg kwam in actie
 
De oorlog duurde acht uur
de dood naam je even mee
de laatste resten explodeerden
de dood verdween
je lag als een lijk
de oorlog was voorbij
 
Nu denk je dat het een droom was
maar de spurters en de vlekken
zijn het bewijs
restanten van de echtheid
van de strijd...

Na de dood illusie armer

Ik raap de spijkers

met mijn lichaam
ontploft uit een bom
en ren omhoog 
naar de hemel
waar de almachtige zweeft
op een onzichtbare troon
hij ziet me niet
Ik zie hem niet
we zien elkaar niet
ik vraag me dan af
waar ben ik terecht gekomen
waar is het beloofde land
het beloofde paradijs
geldt mijn dood niet
ben ik geen strijder meer
het schijnt dat
clusterbommen met spijkers
niet in het boekje staan
de martelaren gebruikten die bommen
slachtoffers waren de heidenen 
ik denk dat de hemel is in de war
of zelfs na het sterven
denken we verkeerd
dat er leven is, na de dood
dat de beloning met maagden 
wordt afgerekend
 
waar gaan de maagden 
er heen
o, die worden verkocht
in het tastbare leven op aarde
aan de geestelijken die 
geld hebben
ze zijn op
mannen zijn hier een illusie armer...

Minnaar van (on)wezenheid

 

 
Ik zou het meetlint van het licht
zijn, zonder lucht of een glimlach
ik kan niet eens een jaar meten
laat staan een lichtjaar
laat me maar voor Hades kiezen
als hij vrijwillig zijn armen spreidt
tegenwoordig weet je niets
en alles tegelijk
in dat licht zie je cynisme plakken
aan je huid, in je rimpels
dat is het misschien
waarom ik naar de regen staar
die voor een deel dood valt
en voor de rest
in bloedvorm spat...
 
 
 
 

Hallucinatie of echt

Het piekeren is een draad 
van ijzer gemaakt
een lokaas die me wil vangen
op de bodem van mijn ziel
lig ik knock-out 
staar in mijn nagels
half gebroken van de kou
half bloeden van een zwarte nacht
de liefde is de sneeuw en regen
ze vechten hun ellebogen stuk
de daken, ramen en het 
onverharde gras doen mee
aan audities voor leugens bestrijding
ik kleed me niet aan of uit
ik kijk niet in de spiegel
niet in het half bevroren water
waarom de wind is moe van het fluiten
weet niemand
ik behoor niet tot het waarzeggers geslacht 
de regen misschien wel
maar die zwijgt in alle talen
voor de helft door de nacht
de andere helft bezet door de slaap
nacht, nacht en nog eens nacht
nacht zit binnen in me
geen lokaas kan me vangen
geen hand kan me strelen
geen traan kan me wassen
ik ben wat ik niet behoor te zijn...

Januari

Januari 
 
Ik ben de kameel
onder de maanden
de drager van uw wensen
geduldig en positief
ik ben de maand van de drank
borrels en hapjes
van speeches en beloftes
mooie woorden die depressief 
raken, op mijn derde maandag 
ik ben de laatste januari 
van de stadsdelen 
ik laat een traan
bij het afscheid

 

Nieuwjaar

Mijn lancering is alles 
behalve zacht
ik word doof geboren
alle voornemens neem ik aan
bewaren en bekijken
brutalen kan ik niet negeren
wensen als stoppen met roken
drinken
drugs en seks
leg ik naast me neer
de dood kan ik niet hinderen
het leven evenmin
alles zal eigenlijk hetzelfde
blijven
mocht het tegen vallen
geef de hemel geen schuld
vecht voor je bestaan
zorg dat je er bent
op mijn uitvaart feest...

Oudjaar

 

Kijk, waar ben ik beland
het lichaam is wrak
ik lig op het sterfbed
de meute die me toejuichte 
sleept de messen
voor een laatste stukje 
vlees van mijn lichaam
ik let niet op de pijn
ik keek terug
op een leven
vol avonturen
waar de dood heerste 
dwars door het leven
de wapens waren
haat en liefde 
die blijven kemphanen
vechten tot op het bot
Nu ik mijn laatste adem
blaas
glijdt een traan
brandt mijn wang
ik zucht en kijk uit
naar de dood
mijn dood wordt door iedereen
gevierd
met vuurwerk en drank...

Het eeuwige gevecht

De ochtend walgt

de nacht was weer
zwak
een zak spuug
resten van een valse liefde
dat is wat van de nacht
overblijft
het spetter vlekt overal 
vooral in de ochtend ziel
die tracht een glimlach te stelen
van de zon
maar ook tevreden zou zijn
als de regen de sporen 
veegt
wanneer houdt dat op
ooit
nooit
zolang de eenzaamheid 
het zwakke gebied is
en de aanvoerder blijft
zal je wankel staan
aan een rand
waar de afgrond lonkt...
 
schaamtevol verlaat de nacht
de ochtend 
deze moddert door,
misselijk...
 
 

Smelt

Jouw hals zoek het zwaard
het vlijmscherpe glanzende
voor een kus
een aai waar het bloed
stolt 
dat is een kleine vertaling
van gevoelens die geen talen
spreken
alleen liefde begrijpen
 
mijn lippen zijn blind
zacht
altijd in vlam
voor je hals
 
tussen jouw hals
en mijn lippen
ligt het zwaard
vlijmscherp te wachten
maar is bang,
bang te smelten...

Storm

 

De storm valt aan 
met ruk- en zijwinden 
ik hou mijn handen vast
aan het stuur van de fiets
neus en kin recht vooruit
de fiets schreeuwt: 'laten we stoppen'
'nee, we geven ons niet over
we maken de rit af,
meter voor meter'
 
De stormt zet windhoes 
in de strijd 
de fiets wankelt
ik stap af 
ik aai hem en moedig hem aan
de storm lacht en zijn kracht
zakt
ik bestijg weer de fiets
de storm omsingelt ons
spuwt door straten
dwarsdoor de bomen
over de vlaktes
de bruggen zijn het gevaarlijkst
altijd de brug: de verrader
krom als altijd 
maar als je zijn top bereikt 
zonder te vallen
breek je zijn verzet
 
Drie keer stap ik af
twee keer op de brug
de stormt ziet het als een knieval
hij probeert een wig te drijven
mij en mijn fiets uit elkaar te rukken
ik moedig mijn fiets aan
hij kraakt
een paar snaren geven op
we bijten ons door
het doel komt is zich...

Complot in de ochtend

Het ochtendhumeur zit me op de hielen

ik trap door met halflege fietsbanden
de regen verkeert in een goede stemming
de wind is wakker
samen met de kou wachten ze 
om de hoek
op het fietspad gaan ze niet op zij
ze verbergen zich niet
ze dragen nog iets van de nacht,
de donkerte in zich
ik trap door
de hobbels en de plassen
worden wakker
ook met ochtendhumeur
de reden waarom ze me uitschelden 
ze waarschuwen hun soortgenoten
verderop 
deze werpen zich massaal
voor de wielen van mijn fiets
die is nu echt op stoom
 
Op de pont zijn mensen
half wakker
niemand kijkt naar iemand
alleen mijn ogen draaien rond
opzoek naar een glimlach
of een slaapkop 
die misschien
mijn ochtendhumeur heeft gezien
maar niemand kijkt
ik fiets verder
en fluit naar de zon...

Neuriën

De nacht sluipt zacht
naar binnen
nat van de regen
bibbert van de kou
de stilte rekt zich uit 
van de bank
ik loop haar achterna 
we maken rondjes
de boeken draaien mee
in dezelfde molen
ze lijken dronken
de tijd is sprakeloos en
springt in mijn armen
mijn adem stokt
elk boek dat ik benader
wordt onzichtbaar
ik grijp telkens mis
wanneer ik eindelijk eentje
in mijn handen krijg
gaan de bladeren in verzet 
de woorden maken zich onleesbaar
de regels zonder zinnen
ik kan niets lezen
de woonkamer is een grot
spinnen overal
ze ketenen mij
het web sluit mijn ogen dicht
ik luister hoe de regen neuriet
zacht...

 

Dip

Als je een dip hebt 

ben je niet vrolijk
je denkt niet aan 
lachen of plezier
dat is logisch 
maar wat is logica
in een dip wil je alleen zijn
vanavond was ik dat
ik schijf:
'Verdriet, zuur en zoet
vuur onder mijn ribben
verschrompeld woestijn
in de vijver van tranen 
schaamte bevangt me
ik vergat weer
de dood van vader
zijn gemist heerst'
 
de bel gaat
ik schrik en de hond blaft
wie zou dat zijn
op deze late avond
de hond blijft blaffen
ik sta op en leg mijn iPad neer
de bel gaat weer
met de hond onder mijn arm
daal ik neer, de trappen af
de post bode heeft een pakje
hij zegt: een kerstcadeau
ik vraag: voor mij?
ja, is het antwoord
het pakje gaat op tafel
ik pak het niet uit
de broodrooster heb ik zelf bestelt
het verdriet verdwijnt
waar, weet ik niet
ik lees het stukje gedicht
van het dipje:
pathetisch en afschuwelijk 
ach, wat is de mens raar...