10. jun, 2015

vrouwen blijven verbazen...

Een week geleden raakte ik aangenaam verrast door de doorzettingsvermogen van de 92 jarige Harriette Thomson die als de oudste mens de marathon heeft gelopen. Ik dacht dat dat de top was en niemand zal die prestatie overtreffen. Niet dus. Gisteravond zat ik te schrijven en met een halve oor naar het nieuws op de tv te luisteren. Ik hoorde dat de joodse Ingeborg Syllm-Rapoport uit Duitsland, in 1938, niet haar doctorsbul mocht halen maar nu 77 jaar later haalt ze die alsnog op. Ingeborg is dan 102-jaar jong. Ik raakte geïnteresseerd en keek naar de tv. Ik zag een stralende vrouw, scherp van geest. Ze stond achter een katheder en verdedigde haar proefschrift. Ze leek op iemand die nog geen zeventig is. Ik wist niet wat ik zag. Het is toch een wonder. Die vrouw verdient dan niet alleen de doctor graad die ze op eigen kracht heeft behaald maar de ere doctoraat uit alle universiteiten over de hele wereld, uitgezonderd de Arabische en Islamitische universiteiten want ze hebben zoveel ere doctoraten aan Saddam Hussein uitgereikt dat ze geen ere doctoraten meer hebben.
Vanochtend kijk ik weer naar het nieuws en ik zie weer de "hoogbejaarde" vrouw die straalt als een meisje. Het is de kracht van overwinning, van geluk die de mens jong en vitaal houden. Het is ook de kracht van de onverzettelijkheid, onverzetbaar tegen onrecht en verlangen de onrecht te vernietigen. Ik voel de kracht vanuit mijn tenen ontstaan en voel me een puber met een ADHD maar als mijn blik van de tv naar de tafel gaat waar de krant ligt en ik de foto zie van de Yezidie vluchtelingen uit het Koerdische Shingal ontglipt die kracht geruisloos weg. En ik ben in een fractie van een seconde een machteloze en verlamde hoogbejaarde. Een gure depressie waait binnenin me en mijn moed zakt in mijn schoenen. Ik besef dat het inderdaad een jaar geleden is toen ISIS huis hield in Shingal en verpletterde daar de stad en de bewoners, vooral de Yeziedies. Duizenden werden gedood. Duizenden vluchtten. Duizenden werden verkocht en verkracht. En de beelden van onthoofdingen drongen alle huizen, via de buis, binnen. Na honderden jaren van het afschaffen van de slavernij introduceerde ISIS vorig jaar weer de slavenhandel, de Yeziedie vrouwen werden verkocht in de Arabische en Islamitische marketen, goedkoop.
Nu, nog steeds houdt ISIS honderden, misschien duizenden Yezidie vrouwen vast. En de vrouwen die konden ontsnappen zitten met posttraumatische stres, met kinderen die door verkrachtingen verwekt zijn, met culturele afkeuringen. Misschien hadden die vrouwen ook de ambitie ooit een proefschrift te schrijven.
In ieder geval is er nog hoop. Misschien na 77 jaar kunnen ze dat toch nog doen, wanneer ze de honderd passeren, als Allah dat wil.
Trouwens er zijn mensen die begaan zijn met het lot van de Yezidie vrouwen en organiseren weleens iets om aan die vrouwen te blijven denken en soms helpen. Stichting Sèvé organiseert op 14 juni 2015 in Rotterdam een benefiet bijeenkomst. Ik kan zelf helaas niet meedoen. Ik ga op die dag in het gras zitten, in het Westerpark in Amsterdam, en wanneer een paar mensen langskomen, zich afvragen wat doet die grijze in het gras dan kan ik vertellen of ze wat gedichten willen horen, gedichten met vreemde geuren en kleuren. Ik zal wel hun ogen zien draaien, wegkijken, zich geen houding kunnen geven.

9. jun, 2015

Wantrouwen is beter...

Het is donker. De bus rijdt. Het lijkt of ik de bestuurder ben. Ik zit niet achter het stuur. Ik zit voorin maar op de tweede, de bovenste verdieping, van de bus. Het is de Engelse rode dubbeldekker. De bus hobbelt en stopt. Ik hoor het geschreeuw van ganzen en meeuwen. Als ik uitstap tref ik de aangereden gevogelte, een hoop kaders van gevogelte. Het lijkt of ze iets afdekken. Het is nog steeds donker. Er komt een beweging vanonder de (kadavers van) ganzen en meeuwen vandaan. Er lig ineens een vrouw, een jonge vrouw, die slechts een dunne korte nachthemd aanheeft. Ik buig me over haar en ben bang dat ze dood is. Ze beweegt. De straat is nu vol van mensen. Iedereen buigt zich over haar. Er wordt geroepen dat ze naar zuster Anna gebracht moest worden. Ik tel haal op en ren een trap op. De trap lijkt eindeloos lang, hoog. Uiteindelijk kom ik een groot gebouw binnen, een soort ziekenhuis, een kerkelijk ziekenhuis. De jonge vrouw die ik op de trap naar het gebouw droeg is weg. Ze is nergens te zien. Ik hoor dat ze bij zuster Anna is. Ik bevind me in een enorme drukte en wil weten wat met het slachtoffer gebeurd is. Immers ik voel me verantwoordelijk, misschien heb ik haar aangereden. Ik vraag waar zuster Anna werkt. Iemand wijst me naar een kamer, een torentje. De enige weg naar het torentje is een smalle trap, een witte kronkelende trap van nauwelijks tien centimeter bereid die uitsteekt uit een kromme muur. Ik kan niet met beide benen op de trap bewegen, opklimmen. Voet voor voet. Achter me zijn een aantal vrouwen die ook de trappen willen klimmen. Met mijn handen de muur vasthoudend klim ik stap voor stap tot ik zicht krijg op de kamer waar zuster Anna werkt. Ik zie haar op de ruk. Ze draagt een witte jas en behandelt de vrouw die ik naar boven bracht, de vrouw die ik waarschijnlijk had aangereden. Als Anna even opzij schuift zie ik het gezicht van de vrouw die jong was toen ik haar naar boven droeg. Ze ziet nu gerimpeld uit, mager bijna alleen huid op bot. Ik zwaai naar haar maar ze herkent me niet en schreeuwt. Ik schrik, duw de vrouwen achter me, op de trap, en ren door het gebouw. Een gigantische drukte in gangen, kamers en de binnenplaats. Iedereen is verdoofd en agressief. Iedereen heeft een naald in zijn arm. De monden met gebroken tanden komen op me af. Iedereen wil me steken, met een naald. Ik slalom. Ik meander door de drukte en kom het gebouw uit. Buiten vraag ik aan een voorbijganger wat voor gebouw het is. Die zegt dat het een kerk is. Een kerk die alleen verslaafden herbergt en behandelt. De voorbijganger waarschuwt me om niet verder te gaan. Ik vraag waarom. Hij zegt dat ik anders terecht kom in een moskee, een moskee die in drugs en wapens handelt. Ik kan geen kant op en voel een enorme druk op mijn blaas. Ik schrik wakker en loop naar de wc. Met mijn vuisten onder mijn kin probeer ik mijn hoofd omhoog te houden, dat ik niet in slaap val. Vóór mijn droom uit mijn hoofd glijdt en in het niets verdwijnt vraag ik me af waarom die droom. Ik kan niets bedenken en voor ik op de wc-pot in slaap val sta ik op. Onderweg naar mijn bed herinner ik me de avond toen ik langs het kanaal ging wandelen. Ik kwam op het verlaten fietspad een man, op de fiets, tegen. Een twintiger. Hij had zijn telefoon in zijn linkerhand. Zijn rechterhand had hij in de rechterjaszak. Het leek alsof hij iets vast hield. Hij fietste langzaam voorbij maar stopte en vroeg of er een nieuwe bouwwijk is. Ik zei dat het hier is wat hij zoekt. Hij zei nee het moet aan de andere kant zijn. Ik vroeg hem of hij een adres weet dan kon ik voor hem uitleggen. Hij kende het adres niet en vroeg of hij mijn telefoon wilde gebruiken. Ik keek naar zijn telefoon in zijn linkerhand. Zijn rechterhand kwam uit zijn jas en die hield een pakje sigaretten vast. Ik zei: je hebt toch een telefoon. Hij zei dat de batterij leeg is. Ik zei het spijt me maar ik laat niemand met mijn telefoon bellen. Hij zei twee seconden maar. Ik weigerde mijn telefoon in de hand van een rare figuur te geven en liep verder. Hij mommelde zo iets als:'ach, als je hulp nodig hebt niemand helpt je.' Ik liep verder. Alert. Tot ik op een veilige afstand stond. Een spontane zucht ontsnapte samen met een gedachte die luidde: 'vertrouwen in de medemens is goed maar in zulke gevallen is het wantrouwen beter.' Ik had geen zin te rennen achter iemand die ik net mijn iPhone toevertrouwende maar die ermee van doorging.

8. jun, 2015

Gaat de Koerdische Obama voor onafhankelijkheid?

Een prestatie van formaat, iets waar je U tegen moet zeggen. Dat heeft de Koerd Selahattin in Turkije voor elkaar geregen. Hij krijgt een bijnaam als 'de Koerdische Obama'. Natuurlijk ben ik trots op zijn prestatie en zijn overwinning. Zijn partij behaalde ruim zes miljoen stemmen en hij loodst zijn partij HDP met 79 zetels in het Turkse parlement. Voor deze prestatie en overwinning gingen duizenden, misschien miljoenen mensen de straat op en vierden feest. Ze dansten in de straten van Koerdistan en elders.
Nu, iedereen zijn zweet, roes en ook frustraties door een lekkere warme of een vreselijke koude douche weggespoeld heeft, lekker of slecht geslapen en tot de orde van de dag moet komen, wil ik even de zaken met een neutrale bril, een relativerende bril bekijken.
Ik moet wel erbij zeggen dat ik Turks niet versta en baseer me op de info die ik via andere talen heb gekregen en natuurlijk op persoonlijke ervaringen.
In augustus 1989 was ik voor het eerst van mijn leven in Diyarbakir (De Koerden noemen het Amed). De stad bestond uit meer dan 90% van Koerden maar in alle officiële (regering) gebouwen mocht de Koerdische taal niet gesproken worden. Koerden moesten hun nationaliteit wegcijferen, zich ontkennen en elke naam die naar Koerd of Koerdistan leidt vermijden. Er werden zelfs letters uit het Turkse alfabet weggehaald zodat de Koerden niet aan hun land Koerdistan denken. Ik was daar omdat velen van mijn (verre)familieleden waren waren er gevlucht voor de terreur van Saddam Hussein. Ik moest met een familielid naar de gemeente. Die man en ik konden geen Turks spreken. In de drukke gang van de gemeente, bij een druk loket moest mijn familielid zijn papieren in behandeling nemen. Hij riep met een hele harde stem in het Koerdische naar de ambtenaar achter het loket. Iedereen verstijfde. Iedereen keek om. De druppels zweet op het voorhoofd van de gemeente ambtenaar overstroomden. De paniek was groot. En toch moest die ambtenaar, tegen wil en dank, zijn eigen taal spreken. Het gevoel dat ik bij de mensen, ondanks de stres en paniek, waarnam neigde naar opluchting, naar bijna blijdschap. En toen we het gebouw uitkwamen was het onmogelijk om het kolossale paard van een paar meter hoog met Ataturk, in militaire kleding erop, te mijden of negeren. In de binnenstad van Diyarbakir zelf waren geen kuilen gegraven waarin gepantserde voertuigen, tanks en andere zware wapens klaar stond voor oorlog maar in de steden als Cizre en Silopi waren wel en bepaalden het straatbeeld daar. Ja, ik was in het bezette Koerdistan, in het Koerdistan dat vanaf het begin van 1920 geassimileerd moest worden. Anders weet ik geen ander woord voor de bezetting, geen ander woord voor volkeren onderdrukking.
Jaren later kwam AKP aan de macht met de sterke charismatische Erdogan aan het roer. Hij besefte en erkende dat er een Koerdische probleem was. Voorheen was zo'n uitspraak een landsverraad. Erdogan durfde en dat werd door vele Koerden gewaardeerd. Hij beschouwde de Koerden als moslims en hij kreeg de meerderheid van de Koerdische stemmen. Hij durfde een paar woorden in het Koerdisch te spreken op een Koerdische satelliet zender die door zijn regering gefinancierd werd. Hij durfde samen met de Koerdische president Barzani en de bekende Koerdische zanger Shivan Perwer op een podium te staan en te genieten van de Koerdische zang en dans. Natuurlijk heeft hij dat niet gedaan omdat hij zo vreselijk van Koerden houdt. Hij had de stemmen van Koerden nodig. Hij had de handel met zuid Koerdistan nodig, de handel die Turkije van een failliet land tot een rijk land bracht. Bovendien hij is niet de enige onderdrukker van Koerdistan die zo iets deed. Voor hem deed Saddam Hussein hetzelfde. Zelfs meerdere malen droeg die dictator de Koerdische kledij. Hij wilde Koerdische zieltjes winnen. Dat deed Erdogan nu ook. Maar in de grote test die Kobani heette is Erdogan gezakt. Toen hij in een onoplettend moment zich ontmaskerde en blij was dat Kobani in de handen van ISIS zou gaan vallen gaf Kobani hem een harde klap. De Koerden zagen dat hij nog steeds een wolf was, een moslimman die liever ISIS terroristen aan zijn grenzen zag in plaats van de Koerden.
En nu heeft hij nog steeds de meerderheid. De andere Turkse partijen die samen bijna hetzelfde percentage vormen als de partij van Erdogan zijn faliekant tegen Koerden. Ze willen de Koerden terugwerpen naar de vorige eeuw, bezet houden en assimileren. Gelukkig voor de Koerden kunnen die twee, samen, geen meerderheid vormen.
Selahattin heeft samenwerking met Erdogan afgewezen. Hij moet dat ook met die andere twee partijen doen. Maar die afwijzing hoef hij zelf niet initiëren. Die twee partijen erkenen de Koerden niet laat staan een regering met een Koerdische partij vormen.
Het feit dat Koerden in de meeste Koerdische grondgebieden gewonnen hebben en zich kunnen besturen is een mooie democratische stap naar de onafhankelijkheid. Of de Koerdische Obama dat gaat durven op te eisen is natuurlijk de vraag, de moeder aller vragen voor het Koerdische volk.

7. jun, 2015

Zal Selahattin de Turken redden en sterkmaken, als zijn naamgenoot?

Tegenwoordig, via de massamedia, kan je de wereld naar je slaapkamer halen. Dat doe ik niet, uit principe niet. Ik wil de stralingen van de telefoon niet in mijn slaapkamer hebben. Wetende dat het vandaag een belangrijke verkiezingsdag in Turkije is, dat het effect zou hebben op de democratie daar, in het Midden-Oosten en de gehele wereld. Vroeg in de ochtend wil je dan weten hoe het daar gaat? Of er weer bomaanslagen zijn in Koerdische steden die al decennia onder het mom van verkiezingsdrempel van 10% buiten de "macht van de democratie" worden gehouden. Terwijl eigenlijk iedereen weet dat de Turkse democratie niet hetzelfde betekent als de westerse en/of Amerikaanse democratie die op de beginselen van de oude Griekse en Romeinse democratie gebaseerd zijn.
Er wordt al maanden gespeculeerd en gezegd dat de Koerden, één Koerd die nota bene Selahattin heet, de toekomst van Turkije en haar democratie kunnen bepalen. Zelfs de Turken zouden op die ene Koerd (die de naam van Selahattin Al-Ayoby draagt die de Turken sterk heeft gemaakt en de weg voor hen vrij maakte om het Ottomaanse rijk te vormen, een rijk dat nu Erdogan wil herscheppen, met hem als de nieuwe Sultan) gaan stemmen om die ene grote Turk (Erdogan), die de ambitie heeft voor God te gaan, van de almachtigheid te behoeden. Of dat lukt gaan we dat morgen weten.
Verkiezingen kunnen dan een soort coup-pleging betekenen, zeker door diegene die aan de macht zitten en de middelen hebben om het democratische proces op het juiste moment te hinderen, de zaken te saboteren en stemmen te vervalsen. En het kan een kwart van een procent schelen en dat ene kleine percentage kan er voor zorgen dat 9,99 stemmen voor de ene Koerd die de democratie zou redden naar die ene Turk gaan die de democratie als zijn zwaard te gaat gebruiken. Dan wordt hij toch de almachtige president die via democratie aan de macht komt. Natuurlijk kan je en mag je niet de Turkse verkiezingen vergelijken met de Iraakse verkiezingen tijdens het bewind van Saddam Hussein die overtuigend met 99,99% de verkiezingen won. Die man die vijfendertig jaar de scepter in Irak zwaaide en de almachtige was, nee niet de plaatsvervanger van Allah op aarde omdat hij Hem niet erkende en geloofde helemaal niet in Allah of een andere almachtige. Bij de Turkse man die ook naar de status van Saddam, van vóór 1991 streeft, rijzen waarschijnlijk de twijfels over het bestaan van Allah en het hiernamaals. En als je werkelijk machtig bent en nergens in gelooft behalve in je machtige IK dan ben nergens meer bang voor. Dan permitteer je je alles.
Zullen we hopen dat er toch bepaalde durf, menselijkheid en gewetensvolle aspecten nog in Turkije heersen die het land er voor behoeden om in het verval te geraken. Want de alleenheerschappij van een man zal leiden naar de toekomst die eerder Irak trof. En kijk nu naar het huidige Irak. Het heeft bijna de bodem van het verval bereikt.
En juist vanmorgen zie ik letterlijk iets leuks, iets positief uit dat land (Irak) komen. Ik zie in een kort filmpje waarin een paar vrouwen, die wisten te ontsnappen aan de macht van ISIS, demonstratief hun zwarte kleed uittrekken, op de grond gooien, jubelen en het V-teken maken en bijna dansen in de voertuigen die hen naar de vrijheid hebben vervoerd.
Na het zien van dat filmpje krijg ik een droom, een dagdroom. Ik zie de Koerdische vrouwen massaal de staarten opgaan, in Koerdistan, Turkije, Midden-Oosten, Europa en de hele wereld. Ze dansen terwijl de vrouwen die zwarte kledij dragen die uittrekken en dansen. Ze zingen voor de vrijheid!
Soms kan een droom uitkomen. De Koerdische dromen, helaas, nog niet. Wie weet.

5. jun, 2015

het licht gezien, niet het geluk...

Het voordeel van de twijfel. Inderdaad. Laten we van uit gaan dat er een hiernamaals is. Dat het paradijs bestaat. En als de beschrijvingen van het bekende paradijs kloppen dan lopen rivieren, beken en er heerst heel veel groen. Echter, afgelopen maanden heb ik vele bossen, vele soorten heide gezien en bewandeld. Nederland, kwa landschap, is het paradijs. Het kan niet anders. Zouden de profeten in het hiernamaals Nederland hebben gezien of is Nederland een deel van het paradijs dat ze beschreven hadden? Hoe dan ook. Die vragen die ik nu stel komen beslist niet wanneer ik wandel. Als ik wandel zie ik andere beelden, ik beleef de bomen, de takken, de bladeren en elk geluid. De vogels die zingen, de herten die stiekem liefde bedrijven. De Koeien die grazen, de vossen, de dassen en noem maar op. Het licht dat door de bomen de grond kust, kleine kusjes en figuren vormt. Eigenlijk zijn allemaal goddelijke schilderijen, in de zin als we in god(en) geloven en in het bestaan van de hemelen. Maar dat hebben al gezegd. Dat ik nog steeds twijfel komt door de Nederlandse natuur, de mooie Nederlandse natuur. Wie zou al dat groen, al die velden en al dat water naar de hemel kunnen brengen, de hemelen die zo ver zouden zijn. Nederland bestaat uit water, bomen, gras en bloemen. Jaren geleden was een slogan die luide:'vol is vol'. Inderdaad Nederland is vol van groen, dieren, vogels, water. En de mensen? Ik zie eigenlijk geen mensen. Je hoeft op Google maar het woord 'boswandeling' in te tikken en je zult je verbazen. En vandaag wandelde ik weer in de smalle gangen van (voor mij) een nieuw bos, ik bedoel de smalle paden, van een bos. Het bos was in extase. Het bos zong, danste en was dronken van plezier. Een doolhof van plezier. Ik wilde erin verdwalen. En ik verdwaalde. Toen zag ik alles anders. Het bos, de bomen, de dieren zongen niet van plezier. Ze waren ineens verdrietig. Ik liep door een kolossaal verdriet. Ik liep en liep en ik kwam bij een meer, donker als de ogen van god, in zijn mindere momenten. De zo'n was vel maar ik zag het niet. En toen besefte ik. Toen zag ik het licht, in de figuurlijke zin van het woord. De vraag die al ruim dertig jaar zich aan me dringen krijgt een antwoord. De vraag luidt: 'waarom zijn we niet gelukkig in dit paradijs?' Ik moet eigenlijk de definitie maken van wij. Ik bedoel met wij de mensen die ooit ontheemd raakten, hun geboorteplaats verlieten. Ze hebben hier alles, al het materieel die ze nodig hebben, al het groen en het water waarvan ze alleen maar van dromen in handbereik maar ze missen het geluk. Het echte geluk. Vergelijkingen zijn nooit te rechtvaardigen maar de ontheemden die in oorlogen, armoede en ellende hebben geleefd kenden geluk, het intense geluk. Aan de ene kant werden de lijken van hun geliefden gebracht en begraven en even later waren er feesten, bruiloften en geluk. De dood en leven dansten samen, hand in hand. Dood en leven bedreven liefde met elkaar. In dit paradijs is alles overgeorganiseerdheid, netjes en men denkt niet aan om plezier te beleven, tevreden te zijn maar denkt aan het moment erna. En dat maakt dat het geluk blijft rondhangen, op afstand blijft, verdwaalt en depressief raakt.
Ja, ik zag dat alles, vandaag in een flits. In de bosvoetpaden, in de bosfietspaden, in de bospaden speciaal voor paarden. Ik zag het aan het water, aan de kleine eendjes die schrokken toen ik ze naderde, gingen is stres zwemmen en de alerte moeder keek naar me met het verwijt, eigenlijk haat in de ogen, en zoon in paniek haar kindjes, ver van mij.
Het geluk ligt niet in het paradijs, het geluk zou in onze hoofden liggen, in onze gedachten maar onze gedachten zijn altijd in een gevecht. Onze gedachten lijken in elkaar gestrengeld zijn, onlosmakelijk. Het lijkt of in onze hoofden extremisten, democraten, passiefsten, gewetenlozen, deugdzamen, sadisten, masochisten, lieve en naïeve personages leven in een heftige zeegolf.