10. nov, 2014

Verslag uit het veld

Het is niet prettig als je in een vliegtuig een film te zien krijgt die over vliegtuigongeluk gaat. Het is evenmin prettig als je tijdens het wachten bij de gate bepaalde passagiers ziet die het uiterlijk van fundamentalisten hebben en hetzelfde vliegtuig nemen. Natuurlijk kan uiterlijk je misleiden en de personen in kwesties de meest zachtaardige mensen op aarde kunnen zijn maar de mens is gewend zijn eerste indruk op uiterlijk te passeren. 

Wachtend op instappen kijk ik op Facebook. Een Facebook vriend, een journalist, die nu indrukwekkende items maakt heeft een fragment van zijn programma geplaatst. Aan het beeld te zien en te lezen dat het niet prettig is om te zien, zeker niet als je zo direct twaalf kilometer dichter bij God komt, althans als God boven is. Hij kan immers overal zijn. In die twijfel kan de top van mijn wijsvinger niet meer wachten en tikt op de video-link. Ik zie mijn Facebook vriend die ik ook persoonlijk ken, een Nederlands Koerdische journalist die me ooit interviewde voor Rudaw. Hij reist nu overal en is ook te vinden aan de oorlogsfronten in het Midden-Oosten. Het gaat om een kort fragment. Een fragment waarop hij naast de resten van een mens staat en vertelt wat hij ziet. Ik scherm met mijn rechterhand de onderkant van mijn iPad om de restanten van het lijk niet te zien. Hij beschrijft, terwijl hij met zijn linkerhand zijn neus enigszins probeert dichte te doen zodat hij de stank niet optimaal inademt. Hij zegt dat hij wat botten ziet en de resten van zwarte kleding die door IS strijders gedragen worden. Verder ligt een kadaver van een hond. Even later komt een hond, een levende en hongerige hond om eventueel aan de botten van de strijder te knagen.

Ik krijg braakneigingen en probeer het kokhalzen te onderdrukken. Terwijl ik dat doe denk ik dat in dezelfde ruimte zou misschien jongeren zijn die een vliegtuig nemen naar het Midden-Oosten om daar te gaan vechten. Om mensen te doden, onthoofden, verkrachten en om maar zelf voer te worden voor de honden. En ik kan me niet onttrekken aan de gedachte die zegt: 'Zou de ziel van die man aan wiens botten de hond knaagde in het paradijs druk zijn met maagden?' Die gedachte komt me heel erg ongeloofwaardig voor. Maar niet alles wat ongeloofwaardig lijkt kan ook niet waar zijn. Ik weet een ding zeker dat mijn Facebook vriend, Hemen, die een verslag doet van uit die onprettige plaatsen straks van die beelden gaat dromen. Ik hoop niet dat hij er post traumatische stress van krijgt. Hij zal waarschijnlijk minder gaan eten, misschien helemaal geen vlees meer. En de stank zal in zijn neusharen, heel lang, blijven hangen.

Waarom kijk ik niet gewoon naar mensen die terug zijn geland of naar de mensen die gaan vliegen?