4. sep, 2015

Stressen en billen knijpen, Oranje valt verder...

Bloeddruk legt een hoge trap en klimt ophoog. De koorts, voetbalkoorts, stijgt. Je probeert de tres te onderdrukken. Je gaat lopen. Je gaat de trappen op-en aflopen. Tien keer, twintig keer en nog het dubbele ervan. De rug en oksels produceren snel zweet. De rest volgt. Terug naar de bank. Terug naar de tv. Op de bank is de voorbeschouwing gaande. Boeiend. Alles is boeiend. Een oorlog in je buik. De wedstrijd begint. Nederland start. Een slappe start. De bal wordt op de breedte gerold. Tik, tik, tik en weer een tik. Een tik terug. Ineens staan de IJslanders voor het doel. Ze scoren bijna. Bloeddruk is over zijn toren. Opgelucht. Nederlanders worden sterker, sneller. Robben probeert alles uit de kast te halen en opeens schopt hij zacht de bal buiten de lijnen en bukt. Hij grijpt naar zijn lies. Het is over en uit met de nieuwe aanvoerder. Hij toont slijtage tekenen. Een paar minuten later. Martin Indi maakt een kleine domme fout. Genoeg voor de scheidsrechter, een Serviër die hard in zijn oordeel is en trekt een rode kaart. De rode kaart houdt hij omhoog en wijst Matrin Indi het veld uit. De ex speler van Ajax blijft liggen, theatraal op de grond. Walgelijk. De pauze begint met een zucht. De hond moet uitgelaten worden en een frisse neus is noodzakelijk. Je trapt je bloeddruk de grond in maar je weet niet of het lukt. Je komt weer terug, naar de bank die tegenover de tv staat. Je denkt en hoopt: het moet mogelijk zijn met tien mannen te winnen. Op dat moment maakt Van der Wiel een sliding. Het is geen fout maar het ziet als een fout en dat kan de Serviër niet schelen. Hij geeft een strafschop. De Nederlandse keeper raakt de bal maar die stuitert toch het doel in. Nederland staat achter. De moed zakt in je schoenen en de bloeddruk stijgt verder. Je zoekt een aanleiding. Stres. Stres vraagt om eten. Je eet alles wat thuis is. Alles door elkaar. De minuten lopen snel en traag tegelijk. Nederland valt aan maar blijft slap. Alles in te kort en de aanvallen komen te laat. De bal gaat naar voren en stuitert op de handen van de IJslandse keeper. De bal wil niet in het doel vallen, niet van de het doel van de gasten. Het dreigt Nederland uit geschakeld te raken. In ieder geval een flinke stap in die richting. De tijd loopt af. Drie minuten blessuretijd. De seconden tellen weg. De wanhoop is nabij. De wanhoop heerst. De scheidsrechter fluit af. De schouders gaan omlaag. De hoop koestert zich nu op een wonder.
De twee deskundigen waren vóór het begin enthousiast en voorspelden winst voor oranje. Nu wil je niets horen. De nieuwe coach kijkt in de verte. Zijn baard groeit snel, zijn gezicht op onweer. Straks moeten ze naar Turkije en daar kan het einde betekenen.
Was het de schuld van diegene die Hiddink had aangesteld? Hiddink hadden ze nooit moeten aanstellen. Als Nederland een van de landen van het Midden-Oosten was hadden we van vriendschappelijke fraudeleuze taferelen gesproken, althans gesuggereerd.
Ach, laten we sportief blijven. Laten we blij zijn voor IJsland, een land dat maar 300.000 zielen telt. Die 300.000 zielen vieren nu feest. De zestien miljoen Nederlanders bijten in hun nagels en knijpen hun billen.