27. mei, 2019

Koerdische Filmdagen Amsterdam (laatste deel)

Zaterdag, dag 2.

Terwijl ik naar de metro fiets besef ik dat er geen enkele Koerdische film het onderwerp FIETS heeft ooit behandeld. Ik heb wel in een van mijn films de fiets gebruikt door een vrouwelijke én mannelijke personage maar buiten die film er is geen fiets te zien in Koerdische films. Ik hoop dat ik me daarin vergis. 

Ondanks het feit dat in alle delen van Koerdistan alle soorten vervoer is welkom in het verkeer blijft de fiets een soort bastaard in Koerdistan. Het is niet voor mannen, alleen voor jongens. Meisjes en volwassenen behoren niet te fietsen. Dat ligt aan de Koerdische cultuur en die keurt het fietsen af. Die norm vind ik op zijn zachts gezegd reactionair, conservatief en krom.
Ik parkeer mijn fiets bij het stadskantoor, neem de metro en kijk naar de passagiers. Het is een gewoonte om naar de mensen te kijken en hoe zich onbewust gedragen. Tegenwoordig kijkt bijna iedereen in de mobiel. Een oude kleine vrouw houdt haar fiets met een hand, met de andere hand houdt zich vast een paal.
Hadden de koerden, wanneer zij door een land als China of Nederland onderdrukt waren het fietsen wel gewaardeerd? 

Ik kom exact op tijd bij Ru Paré aan en de eerste film van de dag begint met ‘Bagdad Messi’ van Sahim Omar Kalifa gaat. Deze film is kort, krachtig en vertelt op een cinematografische wijze vele dilemma’s in een oorlogstijd. De film ontroert me!

Gelijk er achter wordt Berfanbar van Ersin Celik gedraaid. Deze film toont hoe een aantal PKK strijders leven en in actie komen. De film begint traag en vertoont de strijders die in een onderkomen bivakkeren waar een groot portret van in PKK leider Ocelan hangt en omsingeld door twee vlaggen van zijn partij.
Hierna gaan vier strijders in actie. Ze komen via een hol uit de grond, totaal bedekt met een dikke pak sneeuw. Ze lopen door het besneeuwde gebergte. Uiteindelijk op een besneeuwde bergtop schieten ze hun wapens leeg en keren terug. Een van hen is ziek, heeft koorts en sterft.
De film is opgedragen aan de PKK martelaars en is bedoeld, neem ik aan, als pleidooi of reclame voor de partij. Maar als ik sec de film analyseer op basis van wat ik zie vind ik dat de film averechts kan werken. Want de kijker ziet en kan dus de reden niet begrijpen waarom ze al die moeite doen en schieten op iets die de kijker niet ziet. Het doel waarop geschoten wordt is helemaal niet duidelijk. We weten dus niet op wie schieten ze. Misschien denken de maker dat het van zelfsprekerd is dat die strijders op de Turkse militairen schieten. Maar dat moet ze duidelijk zijn, het publiek kan niet raden. Zeker het publiek dat het Koerdische probleem in Turkije niet kent. De film moet ook de reden laten zien waarom ze die lange reis maken om te schieten. En als de film de realiteit van de strijd weergeeft vind ik dat de strijd helemaal geen effect heeft, zeker geen rendement voor PKK strijd. Je investeert veel te veel, je zet het leven van vier strijders op het spel voor iets dat geen enkele effect op Turkije heeft. De soldaten die in die afgelegen gebieden gestationeerd zijn zijn helemaal geen belangrijke militairen. Het zijn misschien Koerdische dienstplichtige soldaten die noodgedwongen daar verblijven.
Met zulke acties kan je een machtig land als Turkije geen schade toedienen. De Turkse president zelf heeft na de coup van een paar jaar geleden tientallen generaals en hoge functionarissen uitgeschakeld maar het land en president Erdogan zijn steeds machtig.
Natuurlijk moet je de strijd niet staken maar de strijd die in de film wordt tentoongesteld vind ik zinloos.

Direct na Berfanbar draait ‘Résistance is Life’ van Apo W. Bezidi. De documentaire gaat over een gezin uit Kobani dat in een Turkse vluchtelingenkamp verblijft. De film duurt 72 minuten maar voelt oneindig. De film handhaaft een chaotische structuur. Het is eigenlijk een documentaire die de strijd van de partij toont. We zien alleen maar personen die PKK, YPG en PYD aanhangen. Ook de vlaggen van deze partijen worden veelvuldig vertoond.
Ondanks het feit dat de makers van de film heel veel moeite hebben gedaan om de vlaggen van Koerdistan buitenbeeld te houden is het hen niet helemaal gelukt. In een shot zien we een vrouw een gelijste foto vasthouden. De foto is waarschijnlijk van haar vermoorde zoon. Op de achtergrond van de foto is een vlag van Koerdistan te zien.  

Future Factory is een korte “documentaire” van Lana Askeri. Ze interviewt twee mannen die van plan zijn om een verlaten fabriek te gaan verbouwen voor culturele doeleinden.  Er is niets cinematografisch aan deze “documentaire”.
Gelukkig na deze “film” zie ik ‘House without Roof’ van Soleen Yusef. Een surrealistische trip van twee broers en hun zus die trachten het lijk van hun moeder bij het graf van hun vader te brengen. Hun vader zou een patriot zijn maar in feite was hij een verrader. De film is vol humor, zelfspot en mooie beelden. Ook zeer goed geacteerd. Hopelijk dat die jonge dame, als regisseur, meer kansen krijgt om films te maken.
Na het avond eten wordt de korte film Stray Sheep van Madja Amin vertoond. De film is mooi gedraaid maar heeft helemaal niets met het Koerdisch te maken. De acteurs zijn Marokkanen en spreken Arabisch, het onderwerp heeft ook niets Koerdisch aan.
‘Zagros’ van Sahim Omar Kalifa, de maker van ‘Bagdad Messi’ is een lange film. Hij behandeld met succes een essentieel onderwerp die in de Koerdische psyche genesteld is. Namelijk roddelen over eergerelateerd onderwerp dat meestal naar “eerwraak” leidt. Jaloezie, onzekerheid en aanhankelijkheid worden sterk behandeld. Ik moest aan het toneelstuk Othello van Shakespeare denken waarin Othello door Iago geestelijk wordt gemanipuleerd en dat leidt uiteindelijk dat Othello zijn vrouw vermoordt, de vrouw waarvan hij zeer houdt.
Na deze film zingt Azad Karahan, spelend op zijn tamboer, in alle Koerdische dialecten.

Als ik het pand verlaat likt me een frisse wind. Ik loop naar de tram en laat flarden van de films meelopen. Bij elke halte verlies is er een aantal. Wanneer ik mijn fiets losmaak en er op spring voel ik me een jochie. Ik trap zo hard mogelijk en scheur de wind in het midden die niets anders kan behalve mijn grijze haren in de war brengen.

Zondag, dag 3

Ik ga met de auto omdat ik er gratis kan parkeren. Een half uur voor de aanvang arriveer ik in de hoop een half uurtje van de zangers Nadia Visser en Arda Argosyan te geniet. Helaas is geen gezang. Ik vraag er naar maar niemand weet de reden waarom niet gezongen wordt terwijl het op het programma staat.
De korte film ‘Golan’ van Dewen Myrza gaat over een Koerdisch meisje dat haar Zweedse vriendin naar huis meeneemt. Ze zijn lesbisch en confronteren de familie met hun liefde. Er wordt geen duidelijke stelling genomen.
Van de film die hierna draait heet ‘Song of my Mother’ van Erol Mintas en duurt 103 minuten en dat is zeker veertig minuten te lang. Het gaat over de eenzaamheid en heimwee van een Koerdische oude vrouw die bij haar zoon in Istanbul woont en na het verhuizen van haar buurvrouw en hartsvriendin weg wil uit de buurt. Ze maakt het leven van haar zoon erg lastig die zelf het moeilijk heeft met een lat-relatie en een zwangere vriendin. Eigenlijk een mooie menselijke film maar veel te lang.
De korte film ‘Het front van Floris Parlevliet vind ik een juweeltje. Mooi in beeld gebracht maar vooral het geluid is super goed.
‘House with Small Windows’ van Bülent Öztürk beeldt het verschrikkelijke “erewraak”, bijna zonder tekst, mooi in beeld. Een aangrijpende en mooie film waarin, helaas, twee jonge vrouwen worden vermoord.

De laatste lange documentaire die in de Koerdische Filmdagen Amsterdam op zondag draait heet ‘The legend of the Ugly King’ van Hüseyin Tabak. Het gaat over de legendarische Koerdische filmmaker Yilmaz Güney. Na een uur en door twee technische onderbrekingen verlaat ik de zaal en het gebouw. Buiten druppelt het zacht. De wind is fris. Ik heb heimwee naar Koerdistan en voel de melancholie me zacht omarmen. 

Achter het stuur kijk ik met een goed gevoel terug op drie mooie filmdagen en een aantal bijzondere films die ik niet wil missen.
Natuurlijk de Koerdische filmmakers hebben problemen met de taal, verschillende talen en dialecten. Dat zie je in overmaat terug, in alle films.

Ook organisatorisch kan beter. 

Ik had graag gewild dat meerdere Koerdische filmakers benaderd werden om deel te nemen. Ik had graag gewild dat meer bestaande Koerdische films deel hadden genomen. En ja, er zijn Koerdische filmakers die recente films (recenter dan bepaalde films die deelnamen) hebben gemaakt en werden niet benaderd!

Misschien een punt van aandacht voor de organisatoren