15. jun, 2015

Gun de moslims meer imams en de rokers meer sigaretten...

Ik mis het schrijven in de drukte van de trein. Ik mis het geblader van de gratis kranten. Het gefluister en soms het het schreeuwen door de telefoon. Ik mis de gezichten die in hun telefoon kijken en communiceren. Ik zie de glimlachen, de minder prettige gedachten en nog meer. Ik mis het fietsen naar de pond. Ik mis de uitlaatgeuren van de brommers die ongeduldig de gas opvoeren terwijl ze wachten om van de pond te gaan. Ik mis de regen, de wind. Al dat gemis heb ik geruild voor de auto, het milieu vervuilende middel. In de auto kan je veel zien en horen. Je kunt ook veel doen. Ik zie vrouwelijke rijders zich epileren, lippen verven, nagellakken, gezicht poederen en haren kammen. Kortom zich opmaken. Ik luister in de auto naar muziek, naar het nieuws en naar de trilgeluiden in mijn binnenjaszak. Ik hoor het nieuws over dat er veel aversie tegen roken is en dat roken uit is. Als ik dat hoor kom ik terecht in een file bij de Coen-tunnel. Altijd die Coen-tunnel. Ook als hij zestig banen krijgt blijven er daar files staan, omdat ze weten dat ik van files houd. Ik kan mezelf niet begrijpen hoe en waarom ik had besloten om jaren lang die lieve Coen te mijden. Na een facelift en vier nieuwe buizen ben ik weer bij mijn positieven gekomen ik probeer al een tijd weer Coen blij te maken. Tenminste dat denk ik, dat hij mij had gemist. Daar in de file terwijl ik dus hoor, dat roken uit is, zie ik twee linkerhanden uit de twee auto's voor me steken en sigaretten houden. Aan mijn rechterzijde, schuin voor me, werpt een automobilist een sigaret op de weg. De man, achter het stuur, naast mijn auto heeft een sigaret in zijn mond. Het lijkt of iemand dat allemaal in scenes heeft gezet om het tegenovergestelde te bevestigen van wat er op de radio wordt beweert. Stapvoets rijd ik de tunnel in. De zender is niet meer bereikbaar. Ik zoek een andere zender en hoor dat Marokko gematigde imams naar Nederland exporteert. Die imams moeten het gematigde islam in Nederland promoten. Ze moeten voorkomen dat extremisten het voor het zeggen krijgen. Maar hoe? Al die moskeeën hebben toch hun eigen imams. Waar gaan die dan heen? Accepteren ze zo maar dat iemand hen de moskeeën, hun moskeeën afneemt? Gaat de Nederlandse of de Marokkaanse regering, voor die nieuwe imams, nieuwe moskeeën bouwen? Gaat De Turkse regering hetzelfde doen als de Marokkaanse regering en haar eigen imams naar Nederland sturen? Gaan andere islamitische landen het voorbeeld van Marokko volgen? Gaat Iran, als de leider van de Sjiieten ook in die trant iets ondernemen. Worden de nieuwe export imams door de Marokkaanse gemeenschap geaccepteerd of worden ze gezien als de handlangers van de koning, Amerika en Israël? In ieder geval ik gun de nieuwe imams veel plezier in Nederland. Ze komen in goede tijd waar het weer aangenaam is. En als het warm is raad ik ze aan niet in de moskeeën zich op te sluiten maar de trein nemen, tussen mensen komen en Allah zal ze wel vergeven als ze naar de blote benen van vrouwen kijken. Laat ze naar het strand gaan als een onderdeel van cultuurkennis-making. Als ze per ongeluk op een naaktstrand belanden moeten ze niet de ogen dicht houden. God heeft de mens ogen gegeven om te zien, de natuur te verkennen en dat is een onderdeel van de goddelijke schepping.
Ineens zie ik in de achteruit-spiegel dat ik geen bumper van de auto achter me kan zien maar alsof de chauffeur, met een enorme haardos, op de achterbank in mijn auto zit. Ik schrik even maar niet zodanig dat ik op de rem gaan staan. Gelukkig. Anders had ik een nek die in beslag zou genomen worden door meneer/mevrouw whiplash.
Ja, rijden op de autowegen is een grote belevenis. Nooit saai. Ik raad iedereen aan om af en toe een rit te nemen, een file zoeken en daarna zo hard mogelijk rijden. Zo hard dat de dak van je auto losvliegt en je haren in de war gaan. Dan hoef je niet meer over het nieuws na te denken. Of er imams uit welke land dan ook komen zou je alleen maar grappig vinden. En mensen die roken zou je nog meer sigaretten gunnen want je weet dat het leven kort is en laat de mens maar genieten...

14. jun, 2015

Juni gedicht, een verslag...

Juni gedicht valt dit jaar ook op zondag. Het valt altijd op zondag. Vorig jaar waren beeldhouwers die beelden hadden gemaakt. Er waren dichter die opdracht kregen gedichten over de beelden te maken. Mijn aandeel was 'aarde'. De zondag was zonnig. Er was veel volk dat niet voor de dichters en beeldenhouders kwam maar voor de eetkraampjes. Eten trekt meer mensen. Dichters trekken weinig mensen. Dat ligt niet aan de dichters en gedichten. Mensen eten per dag drie keer en snoepen de hele dag door. Er zijn weinig mensen die drie keer aan een gedicht denken, meer gedicht lezen of drie gedichten schrijven. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Ik lees geen gedichten, althans als ik niet toegestuurd krijg om een mening over te geven. Ik lees een paar keer per jaar Arabische gedichten. En een paar keer per jaar luister ik naar Koerdische gedichten die toevallig op het internet zich aanbieden. Met die informatie in mijn achterhoofd heb ik weer ja gezegd op de deelname aan juni gedicht van dit jaar. Ik ben niet gekoppeld aan een bedrijf. Ja, dit jaar schrijven dichters over de bedrijven op het terrein van Westerpark. Lijkt me niet makkelijk. Daarom ga ik eerder en wil langs de dichters, in ieder geval de dichters die ik persoonlijk ken. Het weer is niet echt vrolijk. Het is bewolkt en er vallen een paar mot-druppels. Ik vind het knap van mijn collega dichters die over de bedrijven schrijven. Ik heb het wel makkelijk want ik ben gevraagd in het gras te gaan staan, zitten of liggen. In ieder geval niets op tijd inleveren. Elke dichter krijgt een bankje, een vel gekleurd bankje, een tasje met drankjes, koekjes, een fels water en het belangrijkste: een boekenbon. O ja, je krijgt ook een grote gele ballon die vijf meter hoog boven je kan hangen, wapperen om aandacht te trekken. Ik krijg geen ballon. Mijn ballon is gevlogen. Ik neem het bankje en ga ergens zitten. Ik leg mijn vier romans aan de linkerkant van het bankje. Ik leg de gedichtenbundels aan de rechterkant van het bankje. Mijn zwarte rugtas en het gekregen plastic tasje leg ik onder het bankje. Ik ga zitten kijken. Het Westerpark is dun bezaait. Ik ontmoet een kennis, een uitgever die ik had getagd. Hij is met zijn dochtertje van drieënhalf jaar met haar vele blauwe ogen en wangen die niet meer blank zijn door het (gekleurde) ijsje dat ze eerder had verorberd. Ik breng een paar gedichten aan het gehoor van vader en dochter. Sinds 2000 heb ik geen gedichten meer uitgegeven. Of wacht. Het is niet helemaal waar. In 2007 gaf Meulenhoff een boek van me uit bestaat uit essays en gedichten, 27 gedichten. Nou in ieder geval ik heb dan toch, als je dat boek als een (halve) bundel wil beschouwen, toch heb ik in maar bijna acht jaar geen gedichten uitgegeven. Ik vertel mijn kennis, de jonge uitgever, dat ik eigenlijk een paar honderd gedichten heb. Ik lees er een van. Ik lees het gedicht woestijn (zie elders op mijn site) Hij vind het heftig. Zijn dochter zegt spontaan dat het knap was maar als hij dat bevestigd wil krijgen zegt ze iets anders. Typisch kinderen van drieënhalf jaar jong. Vader en dochter moeten naar een feestje. De vader rookt een sigaretje en vraagt dochter lief of ze op zijn schouders wil. Ze wil niet. Tien seconden later wil ze wel. Ook typische kinderen van drieënhalf. Ze gaan. Ik wacht verder op de volgende reiziger, opzoek naar gedichten. Er komt een geïnterneerde dame. Ik vraag wat ze wil. Ze kijkt en zegt iets uit die bundel. Ze vindt de titel interessant: Vrijheid is dood. Ik lees het gedicht met dezelfde titel voor. Ze bedankt me en gaat. Er komen mensen en gaan. Soms staat er een, soms drie en het hoogste getal dat in een keer staat tel ik zes zielen. Ik probeer niet uit mijn hart te lezen. Dat lukt niet altijd. Sommigen vinden dat fijn en anderen eng, te indringend. Een collega dichter, een Koerd die tot de dichter van Utrecht heeft geschopt komt bij me staan en blijft langer hangen. We praten over gedichten, over de afwezigheid van Koerden die liever politieke bijeenkomsten en feestjes bezoeken. Twee uren gaan voorbij in het zelfde weer, in het steeds dun bezaaide Westerpark. Uit het podium klinken luide geluiden. De dichters die in opdracht schreven zouden optreden. Ik draag mijn rugtas op mijn rug en loop langs de studio's van DWDD en Jenik. Ik loop langs het theater, de bars en restaurants. Ik passeer de brug, het zebrapad. Het Westerpark ligt achter mij. Juni gedicht is voorbij, de avond nog...

14. jun, 2015

Niemand weet waarom het kwaad in de mens zit...

'O, nee. Niet weer boer zoekt vrouw', dat denk ik als ik een foto op de voorpagina van de krant zie. Ik denk dat het Yvon Jaspers is, de presentatrice die symbool geworden voor de boerenliefde en hun zoektocht naar de geschikte "vrouw". Als ik mijn bril op mijn neus zet en lees, zie ik dat het niet om Yvon gaat maar om Karin Slaughter, die thrillers schrijft en miljoenen boeken ervan heeft verkocht. Ze is de derde persoon die over het kwaad geïnterviewd wordt. Vorige week las ik het interview met de joods- Amerikaanse filosoof Susan Neiman. Het eerste interview vind ik tot nu toe het pakkendst. Het gaat over de verkrachting van de Duitse schrijfster Susanne Preusker die tijdens haar werk als psychotherapeute in een gevangenis met zwaar gestraften ernstig werd mishandeld en verkracht maar ze ziet nu zichzelf niet als slachtoffer. Ze gelooft: "slachtoffer zijn is een momentopname, geen voortdurende toestand. Als ik nu nog slachtoffer ben, na zes jaar, dan heb ik verloren. En dat wil ik absoluut niet."
Het onderwerp is interessant. Het gaat er vanuit dat het kwade in de gewone mens zit, een piloot die bewust zijn volle vliegtuig met onschuldige mensen tegen een berg vliegt of de nieuwe vriend van je dochter een Jihadist kan zijn, een kille moordenaar etcetera. Bijna in alle gevallen lijken de daders zelf slachtoffers te zijn.
Het interview van de look a like van Yvon gaat over haar nieuwe superthriller 'Mooie meisjes' waar een gelukkig gezin iets afgrijselijks overkomt waardoor het leven van het gezin nooit meer hetzelfde zal zijn. Bijna hetzelfde thema heb ik gister op het Nederlandse nieuws gezien. De jonge vrouw die Facebook aanklacht ivm het verspreiden van een seksfilm, met haar waardoor haar leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Ja, internet speelt nog steeds een grotere rol in criminaliteit en het verval van de moraal. Denk hierbij aan kinderporno. Denk aan Robert M. die 83 Nederlandse kinderen tussen anderhalf jaar en drie jaar oud meerdere malen verkrachte, zijn verkrachtingen op internet zette en er aan verdiende. Natuurlijk zit het kwaad in de mens meer dan in het dier. Sinds mensenheugenis, sinds de geboorte van de eerste men, is het kwaad geboren. Het zit in de opvoeding, in de genen. Hitler zou een verlegen jongetje zijn die kunstenaar wilde worden. Een jonge die zielsveel van zijn moeder hield. Een jonge die na de dood van zijn moeder zeer ongelukkig was en haar portret altijd bij zich hield, aan de muur in zijn kamer hing, tot aan zijn dood. Maar dezelfde Adolf werd de oorzaak en moordenaar van miljoenen mensen waaronder zes miljoen joden.
Een moeder of een vader die haar/zijn kind, als teken van liefkozen, het monstertje of de monster noemt zou misschien bijdragen dat het kind inderdaad een monster wordt. Dat weten we niet. In de moderne tijd is het bijna standaard dat ouders scheiden en vóór de scheiding plaats vind het kind wordt geworpen aan allerlei soorten haat, kwaad en noem maar op. Het kind wordt het middel van de strijd, van de oorlog. Het ene kind kan heel goed mee omgaan en heel ver schoppen zoals Obama die zijn vader bijna nooit zag. Maar een ander kind wordt misschien een monster, een echte psychopaat zoals de verkrachter van Susanne Preusker. Waar dat aan ligt kan vele oorzaken hebben. Niemand weet exact de reden. Alles wat we beweren, gissen, kan later het tegenovergestelde worden.

13. jun, 2015

Pathalogisch liegen en hoereren?!

Voetbal, ik kijk naar voetbal. Ik houd van voetbal. Ik adoreerde voetbal. Ik heb vele littekens overgehouden van het straat voetballen. Door het voetballen heb ik klappen gekregen, niet op het veld maar door mijn vader. En ik vraag me soms af waarom ik van voetbal houd? Ik vraag me af waarom miljoenen mensen van dat spelletje houden. Het is eenmaal cultuur geworden, eigenlijk een commerciële zaak en bij elke commerciële zaak hoort het liegen, bedriegen, fraude etcetera. Ik kijk naar voetbal. Het is warm. Het is benauwd. Het voetballen maakt niet altijd vrolijk. Ik zie onze jongens, de miljonairs, de leeuwen van oranje huppelen en ongeïnteresseerd een balletje trappen. De tegenstander is een van de zwakste wereld elftallen. Maar ze zijn gedegen tegenstanders en doen het niet minder voor de oranje leeuwen die tandeloos opereren. De Nederlandse leeuwen zijn sterk en productief wanneer ze voor hun clubs, over de hele wereld, spelen. Voor het Nederlandse elftal zijn ze anders. Ligt het aan de coach? Waarschijnlijk wel. Ik schreef eerder over Hiddink. Ik schreef dat ik hem successen niet gunde omdat ik hem zag uitbundig juichen voor de overwinning van Rusland, zijn Rusland, op Oranje. Natuurlijk is dat flauw van mij maar wel eerlijk en Hiddink prefereert zijn eigen narcisme boven het vaderlandse. Terwijl ik kijk voetbal fluctueert iets in me en houdt me bezig. Iets dat iemand schreef met contrasten waar schijnheiligheid er van afdroop. Het is iemand waar ik twee weken geleden ook erover schreef. Ik wil, principieel, niet voor de tweede keer over dezelfde persoon schrijven, te meer als het om een columnist gaat. Maar ik kan de gedachte niet weg wuiven, elimineren. Ja, je raad het al. Het gaat over de schijnheiligheid van Naema, de columniste van Trouw die geen 5.000€ per column krijgt als Jan Mulder maar toch geld voor haar columns krijgt terwijl ze eigenlijk zelf moet betalen voor de plaatsing van haar columns, zoals ik doe. In haar column met de titel: 'Bittere schooljaren in Etten-leur, voor Pakistaans meisje' wil ze zeggen dat integratie niet makkelijk is. Dat geloof ik graag want daar heb ik inmiddels al bijna drie en een halve decennia mee te maken. Maar Naema gebruikt een schijnheilig verhaal. Het gaat me om het voorbeeld dat ze gebruikt. Ze schrijft dat ze op haar vijftiende naar Nederland kwam en in een katholieke middelbare school vwo studeerde ze begon in de derde klas, de eerste twee jaar van de middelbare school had ze in Pakistan doorgebracht waar de jongens en meisjes gescheiden naar school en dus ook in gescheiden klassen zatten. Waar ze dingen uit hun hoofd leerden zonder te weten wat dat betekende. Ze schrijft dat ze naast een jongen moest zitten:'Een jongen!' Hierdoor was ze in de war en kon haar pennen niet vinden. De jongen gaf haar een pen. En dat zou vanuit haar geloof/cultuur een zonde zijn. Ze zou dan een zondares zijn en beloofde haar god het een en ander zodat Hij haar zonde kon vergeven. Even later schrijft ze dat er een roman op de litteratuur lijst stond die ze moest lezen maar ze niets van begreep. En dat lag niet aan de Nederlandse taal want ze was het Nederlands volkomen machtig want ze had eerder in Nederland gewoond. Huh?!
Aha, dus Naema was niet voor de eerste keer in Etten-Leur, in Nederland. En dat maakt haar verhaal ongeloofwaardig. Want zij was in Engeland geboren en tot haar tiende jaar er woonde. Daarna drie jaar in Nederland woonde en pas op haar dertiende naar Pakistan gegaan en slechts twee jaar in Pakistan doorgebracht. Maar misschien zit ik fout. Misschien heeft Naema de eerste dertien jaar van haar leven die ze respectievelijk in Engeland en Nederland had doorgebracht in een totale afgesloten islamitische conservatieve cultuur doorgebracht. In dat geval kan ik haar verhaal, dat ze op haar vijftiende zogenaamd in de war was door naast een jongen te zitten, geloven. Anders niet. Anders zou ik denken:'ze moet toch opgelucht zijn om na twee jaar in een gescheiden en conservatieve cultuur te hebben geleefd om terug te keren naar haar normale leven van dertien jaar eerder.
Maar Naema is geen normaal iemand. Als ze iets wil doen zet ze zichzelf helemaal in. Ze wist alles en begint opnieuw. Ik kan durven zeggen dat ze het 'kind' symboliseert in de filosofie van Nietzsche die hij in 'Aldus sprak Zarathoestra' beschrijft. Het kind komt op de hoogste trede, na de leeuw. Het kind is in staat alles te vernietigen om opnieuw te beginnen. Maar het kind in die zin klaagt niet en verdraagt niet alles lijdzaam. Dat doet Naema wel. Maar tegelijkertijd weet ze niet waarover ze klaagt. Ik geloof dat ze in de war is. Misschien is het de leeftijd, de overgang. Zoals ik eerder over haar schreef verandert ze steeds, vooral gaat ze achteruit. Ze was tegen islamitische kleding. Nu is ze voor en wel tegen de zonnebril en pet. Ik geloof dat er iets mis is met haar. Ik begreep dat ze met een Nederlandse man getrouwd is en ik ben bang dat ze straks van hem gaat scheiden omdat ze in de war is. Heeft dat te maken met haar schijnheiligheid of gebrek aan stof en fantasie? Ik wil het niet generaliseren maar er zijn vele mensen die zulke tegenstrijdige verhalen gebruiken. En ze vallen altijd door de mand, vroeg of laat. En ik heb dat op het internet gezocht. Het schijnt een geestelijke ziekte te zijn en die ziekte heet 'Pathologisch liegen'.
En Hiddink heeft vanavond, met zijn leeuwen, eindelijk gewonnen van Letland. Hij juichte, misschien niet zo uitbundig zoals toen voor Rusland tegen Nederland maar hij juichte wel. En voor zo iemand moet namelijk ook een ziekte zijn en die ziekte zou gaan 'Pathologisch hoereren' moet gaan heten.

11. jun, 2015

Orgie op een heilige berg? Niet doen...

Avontuur. Het beklimmen van een berg kan een avontuur zijn, zeker als die berg heilig is. Je bent jong. Je bent op vakantie. Je klimt de heilige berg op. Je komt op de top en denk:'what the fuck, heilige? Hoezo heilig? Vervelend wil je zeggen.' En je bent niet alleen. Je bent in een groep, met nog een paar jonge avonturiers. Je drinkt een borrel op. De kou gaat liggen als een geslagen hond. Je komt op een idee om een feestje te bouwen, op de top van de heilige berg. Een feestje dat meestal tot orgie leidt. Jullie zijn immers met vier vrouwen en vier mannen. Je drinkt, je wordt dronken, je wordt geil en je viert het op de top van de heilige berg waar God aanvankelijk zijn schouders ophaalt, even meekijkt en meegeniet. En dan moet je weg. Ga dan geen foto's maken, niet collectief naakt. En zeker niet plassen voor de lenzen van de camera's want die zijn scherper dan de oog van de almachtige. Trouwens heeft de almachtige een of twee ogen? Daar ben ik nooit stil bij gestaan. Misschien vele ogen anders kan hij niet alles zien, in alle hoeken en gaten van de wereld. Anders kan hij met zijn ogen niet doordringen in de geesten van de mens.
Maar goed, je bent jong, je bent op vakantie, op avontuur en je doet gekke dingen. Niets aan de hand. Maar de heilige berg is niet zo maar heilig geworden. Dat hij alles wilde accepteren kwam omdat jullie zo jong zijn en vreemdelingen, toeristen die de economie versterken. Dat je daar geklommen, gegeten, gedronken, seks bedreven en geplast hebt wil de berg een oogje dicht doe, door de vingers kijken. De heilige berg uit Maleisië is bescheiden en heeft geduld. Hij wilde aanvankelijk niets doen, geen straf. Want de berg is ook ooit jong geweest, hij lustte ook wat avontuurtjes maar het gaat hem te ver dat alles op massamedia wordt gezet. Hij leest ook alles, heeft ook internet en accepteert de beledigingen niet, niet als het openbaar wordt. De berg neemt zijn tijd en na vijf dagen wordt hij op een ochtend wakker, met een slecht voorgevoel. De almachtige staat boven hem, trekt aan zijn oor en zegt: 'jij bent laf. Waarom kom je niet in actie, waarom laat je je beledigen?' En de almachtige geeft een paar harde klappen aan de heilige berg. De berg huilt en trilt. Dat noemen ze aardbeving. En de bevolking komt in opstand. Ze willen weten waarom dat gebeurde. Ze ontdekken dat het de toeristen zijn, de jonge mannen en vrouwen die zich naakt hebben laten fotograferen op de heilige berg. En het is de hek van de dam.
Nu moet je als een jonge avonturier in de cel blijven. En daar mag je denken aan die mooie dag op die berg, aan het orgie feestje maar het blijft bij denken. Als je dan toch, in je cel, een steve krijgt heb je niets behalve je hand en je spuug. Ja, god straft. Soms niet meteen maar straft toch.