27. mei, 2015

Vader en de gebroken spiegel...

Aan bepaalde gewoontes komt, soms ongewild en niet gepland, een abrupte einde aan. Zo ruim eenentwintig jaar geleden stopte ik met het scheren met schuim en scheermes. Ik ging over op droogscheren. Met de scheermachine voelde het raar maar elk begin is soms raar. Voor die tijd ging ik, elke ochtend, onder de douche mijn baard scheerde, zonder in de spiegel te kijken. Ik gebruikte de toppen van mijn vingers als de spiegel, ik zag met de top van mijn vingers en verwonde me nooit. En elke dag, in al die jaren, terwijl ik me, onder de douche, aan het scheren was zag ik in een flits mijn vader. Ik zag hem hoe hij in de kleermakerszit zat, een gebroken spiegeltje op een verhoging zette, eerst met zijn hand zijn baard voelde en soms met zijn gedachten verdwaalde. Ik zag hem vaak zuchten en zijn ogen rood en nat werden. Hij keek dan in het kommetje met heet water. Hij depte de scheerborstel in het water en vervolgens wreef hij die met de zeep. Hij bracht de schuim aan zijn gezicht. Ik zag in de spiegel een gebroken gezicht met verschillende rode ogen en gezicht met schuim als de neppe witte haren van Sinterklaas.
Vanochtend vergat ik mijn baard op het toilet te scheren en had geen zin om weer naar beneden te gaan om de scheermachine te halen dus ik ging over op de oude gewoonte. Omdat mijn baard door droogscheren ruw is maakte ik mijn gezicht nat, met warm water. Ik gebruikte scheerschuim en liet hem twee minuten intrekken. Onder de douche wachtte ik met scheren. Het nieuwe scheermes danste over mijn gezicht. Het voelde raar, beetje pijnlijk.
En mijn vader kwam terug alsof hij nooit weg is geweest. Ik zag hem weer in zijn kleermakerszit. Ik zag weer zijn droevige ogen en zag vele rode ogen en de zuchten waren ook in de spiegel gebroken. Ik hield mijn ogen dicht in de hoop zijn gezicht te zien, in vrolijke tijden. Ik wilde hem zien lachen. Ik wilde hem zien zingen. Ik wilde zijn stem horen. Dat lukte niet. Het scheermes in mijn hand wilde dieper scheren. Mijn huid weigerde. Mijn huid was even Koerdistan die weigert, weer, diep gesneden te worden. Genoeg is genoeg. Alleen wanneer zie ik mijn vader lachen. Wanneer zie ik hem dansen? Ik hoop snel. De laatste keer dat hij danste was het op 12 maart 1970. Het was in de straten van Bagdad. Met hem dansten toen miljoenen mensen. Dan dans was toen voor de eenheid van Irak, dat Koerden erbij hoorden. Nu moet gedanst worden voor de scheiding. Irak wordt nooit een eenheid. Hopelijk Koerdistan wel.

26. mei, 2015

Stop de verwerpelijke brakuji!!!

Als ik 'brakuji' probeer te negeren wil dat niet zeggen dat het niet bestaat, helaas. Laatste tijd staan de strijders van de Koerdische Democratische Partij (Iran) en de Arbeidspartij van Koerdistan (Turkije) tegenover elkaar. Er sneuvelden strijders van beide kanten en dat heet in het Koerdisch brakuji: broedermoord. Helaas hebben de Koerden bittere ervaringen met brakuji. Een Koerdische gezegde luidt: 'de wurm van de boom zit in de boom zelf.' En dat kan kloppen. Ik keur brakuji resoluut af. Er is beslist geen enkele rechtvaardiging. Je kunt het niet goed praten. Zeker nu, in de huidige gevaarlijke situatie waarin de Koerden verkeren maar ook omdat positieve perspectieven voor een goede toekomst voor de Koerden zich aandienen. De betrokken partijen en bepaalde sympathisanten van andere partijen proberen de dingen te rationaliseren en de zaken voor een bepaalde partij te rechtvaardig maar dat valt in mijn optiek niet goed te praten, zeker niet in deze cruciale tijd. Natuurlijk willen landen als Iran, Turkije, Irak en Syrië dat Koerden elkaar gaan moorden zodat zij de lachende derde zijn en blijven gebruik maken van Koerdistan grondgebied en de schatten daar. Denk aan olie en mineralen etc want Koerdistan is een rijk land dat verdeeld is en dus kan de nationale schatten zelf niet benutten. Er trachtten velen afgelopen maanden, in de hitte van de strijd tegen ISIS, brakuji aan te moedigen in zuid Koerdistan, gelukkig dat is niet gelukt mede door de verwerping van de meerderheid van het volk. De partijen ook beseften dat ze tegen een zeer gevaarlijke vijand, de destructieve ISIS stonden (nog steeds staan). En natuurlijk hielden de Koerdische partijen rekening met het opgeheven vinger van de landen die hen hielpen en ISIS bevochten. Dat het nu op een onverwachte plek en tussen twee onverwachte Koerdische politieke partijen gevechten ontbranden is duidelijk dat de vijanden niet stil hebben gezeten en niet stil willen zitten. Zeker bepaalde elementen binnen de Koerdische partijen en hun media proberen de Koerdische droom te vernietigen. Waarom ze dat willen zal ik maar hier negeren. Maar het stellen van de persoonlijke belangen en de belangen van de partij boven de belangen van de vrijheid van het land en het volk is een soort verraad. En elke soort vijandigheid tussen Koerden onderling is verwerpelijk.
Gelukkig beseft een zeer ruime meerderheid van de Koerden dat feit en trachten met kracht de ontstane vijandigheid te beëindigen. Hopelijk dat het lukt en anders zullen de Koerden weer een klap krijgen die ze niet makkelijk er boven op komen. Als ik denk aan de vijandigheden van Brakuji tussen 1994 en 1998 krijg ik buikkramp en word bevangen door machteloosheid en woede. Gelukkig beseffen de leiders die toen tegenover elkaar stonden dat ze verkeerd waren en werken nu samen, althans ze regeren samen.
Het enige die de Koerden de weg naar vrijheid wijst is hun eenheid en hun besluit om naar de onafhankelijkheid te streven. En wanneer ze dat bereikt hebben mogen ze rivaliseren zoals de partijen in onafhankelijke democratische landen het doen. Nu niet. Stop brakuji, nu...

24. mei, 2015

Als je bekeert mag je toch iets van je oud geloof houden?

De verhalen, de menselijke, poëtische en soms bizarre verhalen uit Istanbul zijn opgedroogd. De schrijver Erdal Balci die elke maandag een column schreef is naar Nederland gekomen. Nu verslaat 'Onze vrouw in Teheran, Calolien Omidi' vanuit standplaats Teheran het leven in Iran. Een mooie visitekaartje. Menselijk, cultureel, politiek en dat als met bijna een vleugje cynisme. Ik hou van cynisme, van humor. Die dringen beter door dan klagen. Ik verheug me op meer verhalen uit Iran en ik hoop dat zij de vrijheid blijft behouden om er over te schrijven. Dat Erdal uit Turkije vertrok wil niet zeggen dat hij opgedroogd raakt. Gelukkig blijft hij schrijven voor Trouw. En zaterdag waren zelfs twee artikelen van hem, een (interview) met Kemal Öztürk de ideoloog van de Ak partij die nu van mening is dat zijn islamisme niet heeft bereikt wat hij en de zijnen beoogden. Interessant. De tweede artikel met de titel: 'Langzaam groeit het besef: wiet biedt alleen ellende' is ook een interview met de schrijfster Hülya Cigdem die als 15 jarige als een importbruid uit Turkije kwam en zich ontwikkelde tot romanschrijver en gaf haar eerste boek dezelfde titel die van haar van toepassing was toen ze hierheen kwam. Haar tweede roman 'De val van Mehmet' gaat vooral over de wietteelt onder de Turken in Tilburg. Erdal begint zijn artikel met een bijzondere zin:'Zelf heeft ze (De schrijfster) ook moeite moeten doen om haar dochter uit de omgeving van wietplanten te houden.'
Ik wist wel dat 'Turken gevoelig zijn voor de praatjes van drugshandelaren' maar ik wist niet het met die grote mate was en dat Brabant het epicentrum was. Het positieve is dat de Turken nu wel beseffen dat het verkeerd is. Dat men moet teruggaan naar de moraal van de eerste generatie die hard heeft gewerkt en het geld eerlijk verdiende. Maar kan dat zo maar. In ieder geval als het besef er is, als men erkent dat men verkeerd bezig is dan biedt dat perspectieven. En dat optimisme straalt de schrijfster en de artikel. Maar wat een schrijver schrijft wil niet persé dat dat gelezen wordt laat staan gehoor aan gegeven. Ik kan me niet voorstellen dat de dealers zich massaal de schrijfster gaan bedanken en zeggen 'o, wat mooi. Dank je wel. We houden er onmiddellijk mee op en we gaan onze centjes eerlijk verdienen.' Ik geloof niet dat die Turkse kwekers, bouwers en dealers van wiet niet weten van het bestaan van de schrijfster en als ze het zouden weten zouden haar uitmaken voor iets dat ik niet wil noemen.
Dat geldt min of meer voor de islam ideoloog Kemal Öztürk die vindt dat de imago van de islam is gekidnapt door ISIS en dat je het heel erg moeilijk de Europeanen kunt overtuigen dat de islam het geloof van rust en vrede is. Misschien willen de Europeanen die ideoloog geloven maar wie houdt ISIS tegen, van het verder kapen van de islam en haar zogenaamde rust. Ja het zal ideaal zijn als de islam rust kan geven. Er zijn er die rust vinden via religie. En ik zag onlangs in dezelfde krant een foto reportage over moslims die overal bidden. Een bijna ontroerende foto van een ex-katholiek die moslim is geworden. Hij zat op een skatebaan op een bidmanteltje met de schoenen aan. Ik geloof niet dat moslims met de schoenen aan mogen op het bidkarpertje zitten. Ach ja, wat maakt het uit. Hij mag toch iets van zijn oud geloof meenemen?!
Als ik even de krant naast me leg besef ik dat de strijd tegen die imago's gaat lang duren.

 

 

22. mei, 2015

Stigma leidt tot wanhoop?!

Je bent jong en je hebt idealen. Je komt in een kring van mensen met dezelfde idealen. Je wilt veranderen want alles wat niet in je straatje past, niet bij je idealen past, wil je veranderen, zelfs met geweld. Daartoe wordt bemoedigd, aangejaagd door anderen. Je wordt geradicaliseerd en zoekt ruimte om je geloof te laten gelden. Maar je leeft in een land waar je niet zomaar met geweld de maatschappij, naar je extreme ideeën, kunt veranderen. Zeker niet met geweld. Je hoort dat je je geloof elders kunt uitoefenen zoals je hartje begeert. In een land waar geen orde heerst behalve de macht van het geweld, waar de macht van de sterkste geldt. Je springt een gat in de lucht en je regelt dat je er heen kunt. Tegen je moeder, je vader en andere familieleden zeg je niets. En als ze te komen te weten en je proberen tegen te houden zeg je 'bekijk het maar, jullie hebben me zo ver gebracht, jullie vormen een deel van wat ik nu ben en doe'. Als de schrik bij je familie groot is en ze proberen je tegen te houden lukt het hen niet want in dit land kan iedereen, die nodige reispapieren bezit, het recht heeft te komen en gaan. Je gaat naar je ideale staat waar jij je gewelddadige idealen en geloof kunt uitoefenen. In het begin vind je het spannend, nieuw en cool. Je idealen raken bebloed en krijgen een deuk. Je kunt je, voor welke psychologische reden dan ook, niet aarden in dat extreme geweld. Je krijgt spijt, enorme spijt en je keert je tegen je kameraden. Je weet dat je er niets tegen kunt behalve weg uit die gewelddadige chaos. Je zoekt een weg om terug te keren. Je familie juicht dat toe. Als je geen geluk hebt word je opgepakt en gedood en als je geluk hebt kun je vluchten en terugkeren, naar je familie. Je komt terug. Je wordt bij aankomst opgepakt en in de gevangenis gezet. Je bent, aanvankelijk, tevreden in je eenzame kramer, met je gevangenis cel. Je komt even tot rust. De rust duurt en duurt. Je voelt je weer gevangenen. Er is niemand die naar je wil luisteren. Van je familie krijg je alleen verweten. Van de overheid alleen verdere vragen. Er is geen enkel iemand aan wie je verhaal kwijt kunt, dat het je spijt. Er is niemand die geïnteresseerd is in je spijt. Perspectieven zijn uitgesloten. De muren van je kamer kunnen je ook niet helpen. De tijd wordt steeds zwaarder en trager. Je begint je te vervelen. De beelden van het geweld beginnen je te achtervolgen. De beelden die je voor een deel zelf had gecreëerd maar daarna je van afkeurde, haatte en daarom vluchtte. De muren om je heen worden steeds harden en sluiten zich verder in op je. De gedachten ook. Je voelt de benauwdheid je hermetisch af te sluiten. De perspectieven vallen verder weg. De hoop op genezing vervliegt. In de pauzes kom je andere lotgenoten tegen. Die blijkbaar in dezelfde shit zitten. Alles begint opnieuw. Je krijgt weer idealen, extreme gewelddadige ideeën en geloof. Deze keer nog heftiger, bewuster. Je begint te verlangen naar de tijd waarin je geweld uitte en mensen vermoorde. Je slaat met je vuisten tegen de muren van je cel. Je wordt vrijgelaten en het enige wat je wilt is geweld plegen, wraak nemen. Je weet niet voor wie. Je denkt dat de hele wereld tegen je is en je wilt de wereld vernietigen.
Je moeder, vader en andere familie leden proberen je te omhelzen en jouw probleem te begrijpen maar bij elke omhelzing storten ze het verwijt over je heen. Ze brengen ze je weer terug naar de tijd waaraan je niet terug wilt denken. Dat voel je als tonnen shit. Je stikt en stinkt in je verleden. Je gaat je of isoleren of afrekenen met je verleden, misschien met de mensen die je geradicaliseerd hebben. Je keert terug naar de chaos waar de macht van de sterkte geldt. Daar vertrouwt niemand je. Je opent graag je armen voor de dood in de hoop zo snel mogelijk in de hemel te komen om ontvangen te worden door 72 maagden. Inmiddels geloof je nergens meer in. Je denkt dat alles een illusie is, dat ze daar boven, in de hemel als die bestaat, je in een cel opsluiten maar dan voor de eeuwigheid. Je gaat dus naar de hel. En je denkt:'was ik maar niet aan dat shit begonnen.'
Deze column schrijf ik naar aanleiding van het nieuws dat ouderen van ex-Jihadisten de Nederlandse staat gaan aanklagen omdat die hun kinderen niet tegenhield naar Syrië te gaan. Dat hulp voor ex-Jihadisten uitblijft en dat stigma helpt niet het vertrouwen te herstellen.

21. mei, 2015

Omheining tegen wil en dank

Als ik voor elf uur, een uur voor middernacht, slaap word ik een paar uur later. Uitgeslapen. Het heeft dan geen zin om in bed te blijven. Zachtjes ga ik de trap af. TV aanzetten heeft geen zin want de commerciële omroepen zenden of naakte vrouwen uit of de "charlatans" die zogenaamd de toekomst voorspellen voor eenzame mensen. De publieke omroepen zenden de herhalingen van het nieuws en programma's als DWDD. Omdat het geluid in de stilte van de nacht tien keer zo hard aankomt heeft dus geen zin om het nieuws, Pauw, DWDD en zijn LuckyTV te bekijken. Trouwens LuckyTV, die een paar jaar geleden erg geestig en sterk begon, begint een beetje ordinair te worden. Het gaat de laatste tijd bijna uitsluiten over de koning. De maker wil de koning belachelijk maken maar langzamerhand begint hij zichzelf belachelijk te maken. Hij heeft blijkbaar geen fantasie meer om mooie satire te maken.
Ik kijk naar mijn telefoon en zie een paar berichten die eerde op de avond waren verstuurd. Een bericht bevat een link. Ik klik op de link en zie Maarten Spanjer commentaar leveren over de uitzending van DWDD waaraan ik een column besteed. Het gaat over de interruptie van Sylvana Simons en haar ergernis over het woord zwartjes van Martin Simek. Hij is niet eens met de interruptie van Sylvana en kan het accent van Simek goed nadoen.
Een ander bericht was van een buurvrouw die ik had gevraagd of ze het nummer van haar tuinman wilde geven. Ik wil namelijk, tegen wil en dank, een omheining maken. Mijn Nederlandse buren die drie grote auto's hadden gebruikten altijd de maximale ruimte. Ik vond het irritant maar heb nooit iets van gezegd of liet merken. Een jaar geleden hebben ze hun huis verkocht aan een rijke Turkse familie. Het jonge echtpaar dat hun eerste baby na twee maanden baarde heeft weliswaar maar twee auto's maar gebruik ze de ruimte optimaal. Daarbij komt dat het echtpaar waarschijnlijk een werkster heeft die ook een auto heeft. Voor de deur staan vaak schoenen en twee fietsen. De helft van de achterwielen van fietsen staan op mijn grond. Ik irriteer me soms maar omwille van een goede verhouding zeg ik maar niets. De buurvrouw, de jonge moeder, heeft een rijke pa die bijna elk weekend uit het buurland met zijn hele dikke zwarte auto komt logeren. Hij wil persé zijn auto voor de duur parkeren. Hij kan niet goed achteruit parkeren en zijn auto staat vaak scheef, soms met een van zijn banden op mijn terrein. De derde auto wordt op de straat dubbel geparkeerd. Omwille van goede verstandhouding zeg ik maar niets. Ik haal mijn schouders op en zeg:'ach, wat maakt het uit.' Nu de dikke zwarte auto met de buitenlandse kenteken al ruim drie weken scheef achteruit geparkeerd staat met de linker voorwiel op mijn grond denk ik maar aan om een omheining te maken en daarom had ik de buurvrouw benaderd. Voor de nieuwsgierigheid ging ik naar mijn andere buren kijken. Zes van de (totaal) tien bewoners hebben een omheining gedaan. Drie ervan met planten, grote planten, bijna bomen. Dus als ik straks een omheining ga maken komt het niet omdat ik geen contact met mijn buren wil hebben. Ik vind ze allemaal lief en aardig maar we hebben geen echte contact. We weten dat wanneer we elkaar nodig hebben wij, over en weer, open staan voor hulp. Als ik iets nodig heb kan ik gerust aanbellen voor hulp. Dat doe ik weleens en ik krijg die ook, tot nu toe...